- Je weet dat een bijvoeglijkebepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel) en extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.
- Je weet dat een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel en extra informatie geeft over een niet zelfstandig naamwoord.
Slide 3 - Tekstslide
De bijvoeglijke bepaling (bvb)
De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het belangrijkstezelfstandig naamwoordin een zinsdeel (= de KERN).
De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?
Slide 4 - Tekstslide
Herkennen bijv. bep. stappen:
Zitten er zelfstandig naamwoorden in de zinsdelen?
Staan daar bijvoeglijke naamwoorden of telwoorden voor (of achter)?
Zo ja, dat zijn de bijvoeglijke bepalingen Let op: er kunnen meerdere bijvoeglijke bepalingen staan bij 1 zelfstandig naamwoord:
Vijf rode fietsen | stonden | bij het hek.
Slide 5 - Tekstslide
Vb. 1 bijvoeglijke bepaling/ bvb
Het nieuwe museum \ werd \door de Dordste burgemeester\ geopend.
nieuwe = bvb bij het zn/ de kern museum (welke/ wat voor museum?)
Dordtse = bvb bij het zn/ de kern burgemeester (welke/ wat voor burgemeester?)
Slide 6 - Tekstslide
Vb. 2 bijvoeglijke bepaling/ bvb
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij de beste voetbalclub van ons dorp.
slimme = bvb bij het zn/ de kern jongen (welke/wat voor + jongen?)
beste = bvb bij het zn/ de kern voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)
van ons dorp = bvb bij het zn/ de kern voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)
Slide 7 - Tekstslide
Herkennen bvb. let op
Kan ook achter het zelfstandig naamwoord . Dan begint het vaak met voorzetsel. Bijv. " Ik pas vandaag op de stomme hond van mijn tante."
Soms: bijvoeglijke bepaling in bijvoeglijke bepaling
Mijn oma woont in een flat naast de kathedraal van Parijs.
Slide 8 - Tekstslide
Bijvoeglijke bepalingen geven dus extra informatie bij een zelfstandig naamwoord.
Het hoort wel bij redekundig ontleden, maar geeft geen zinsdeel aan maar een zinsdeelstuk
Slide 9 - Tekstslide
wat zijn de bijvoeglijke bepalingen in deze zinnen?
Mijn vijf grote zussen zijn de leukste meiden uit de buurt.
Een supergoede voetballer uit Denemarken kreeg afgelopen zaterdag een onverwachte hartaanval.
In Zambia is een zeldzame heldergroene smaragd van anderhalve kilo gevonden.
Slide 10 - Tekstslide
Kort samengevat:
Een bvb zegt iets van de kern die een ZELFSTANDIG NAAMWOORD is in een zinsdeel.
Slide 11 - Tekstslide
Nu over naar:
De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
(obwb)
Slide 12 - Tekstslide
De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
De obwb is een deel van een ander zinsdeel.
De obwb zegt iets over de kern die een niet-zelfstandig naamwoord is in een zinsdeel.
De obwb kan voor of achter een niet-zelfstandig naamwoord staan.
Soms zit een obwb binnen een bijvoeglijke bepaling zoals: (heel > lekkere, ontzettend > saaie etc.)
Slide 13 - Tekstslide
Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De sommen | vind | ik | erg moeilijk.
-> Welke kern(en) vind je in deze zin?
Slide 14 - Tekstslide
Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De sommen | vind | ik | erg moeilijk.
-> Welke woorden zeggen iets over deze kernen?
erg = obwb bij moeilijk (moeilijk is een niet-zelfstandig naamwoord, dus is erg een obwb bij moeilijk)
Slide 15 - Tekstslide
Vb. obwb en bvb
De ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van klas A2A | behoorlijk interessant.
-> Wat zijn de kernen in deze zinnen?
Slide 16 - Tekstslide
Vb. obwb en bvb
De ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van klas A2A | behoorlijk interessant.
-> Welke woorden zeggen iets over deze kernen?
Slide 17 - Tekstslide
Vb. obwb en bvb
De ingewikkeldeopdrachtenvan gisteren| vonden | de leerlingenvan klas A2A | behoorlijkinteressant.