NN V2 H3 Bvb en obwb

V2: H3 bvb en obwb
Grammatica zinsdelen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

V2: H3 bvb en obwb
Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Gezegde (WG of NG)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling (bvb)
- Ondergeschikte bijwoordelijke
bepaling (obwb)

Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet dat een bijvoeglijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel) en extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.

- Je weet dat een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel en extra informatie geeft over een niet zelfstandig naamwoord.


Slide 3 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het belangrijkste zelfstandig naamwoord in een zinsdeel (= de KERN).
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?


Slide 4 - Tekstslide

Herkennen bijv. bep. stappen:
  1. Zitten er zelfstandig naamwoorden in de zinsdelen?
  2. Staan daar bijvoeglijke naamwoorden of telwoorden voor (of achter)? 
Zo ja, dat zijn de bijvoeglijke bepalingen 
Let op: er kunnen meerdere bijvoeglijke bepalingen staan bij 1 zelfstandig naamwoord: 
Vijf rode fietsen | stonden | bij het hek.

Slide 5 - Tekstslide

Vb. 1 bijvoeglijke bepaling/ bvb
Het nieuwe museum \ werd \door de Dordste burgemeester\ geopend.

nieuwe = bvb bij het zn/ de kern museum (welke/ wat voor museum?)
Dordtse = bvb bij het zn/ de kern burgemeester (welke/ wat voor burgemeester?)

Slide 6 - Tekstslide

Vb. 2 bijvoeglijke bepaling/ bvb
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij de beste voetbalclub van ons dorp.

slimme = bvb bij het zn/ de kern jongen (welke/wat voor + jongen?) 
beste = bvb bij het zn/ de kern voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)
van ons dorp = bvb bij het zn/ de kern voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 7 - Tekstslide

Herkennen bvb. let op
  • Kan ook achter het zelfstandig naamwoord . Dan begint het vaak met voorzetsel.  Bijv. " Ik pas vandaag op de stomme hond van mijn tante."  

  • Soms: bijvoeglijke bepaling in bijvoeglijke bepaling

Mijn oma woont in een flat naast de kathedraal van Parijs.


Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepalingen geven dus extra informatie bij een zelfstandig naamwoord.
Het hoort wel bij redekundig ontleden, maar geeft geen zinsdeel aan maar een zinsdeelstuk
 

Slide 9 - Tekstslide

wat zijn de bijvoeglijke bepalingen in deze zinnen?  
Mijn vijf grote zussen zijn de leukste meiden uit de buurt. 

Een supergoede voetballer uit Denemarken kreeg afgelopen zaterdag een onverwachte hartaanval. 

In Zambia  is een zeldzame heldergroene smaragd van anderhalve kilo gevonden.


Slide 10 - Tekstslide

Kort samengevat:
Een bvb zegt iets van de kern die een ZELFSTANDIG NAAMWOORD is in een zinsdeel.

Slide 11 - Tekstslide

Nu over naar: 


De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

(obwb)

Slide 12 - Tekstslide

De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
  • De obwb is een deel van een ander zinsdeel.
  • De obwb zegt iets over de kern die een niet-zelfstandig naamwoord is in een zinsdeel.
  • De obwb kan voor of achter een niet-zelfstandig naamwoord staan.
  • Soms zit een obwb binnen een bijvoeglijke bepaling zoals: (heel > lekkere, ontzettend > saaie etc.)


Slide 13 - Tekstslide

Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De sommen | vind | ik | erg moeilijk.

-> Welke kern(en) vind je in deze zin?

Slide 14 - Tekstslide

Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De  sommen | vind | ik | erg moeilijk.

-> Welke woorden zeggen iets over deze kernen?
erg = obwb bij moeilijk (moeilijk is een niet-zelfstandig naamwoord, dus is erg een obwb bij moeilijk)


Slide 15 - Tekstslide

Vb. obwb en bvb
De ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van klas A2A | behoorlijk interessant.

-> Wat zijn de kernen in deze zinnen? 

Slide 16 - Tekstslide

Vb. obwb en bvb
De ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van klas A2A | behoorlijk interessant.

-> Welke woorden zeggen iets over deze kernen?


Slide 17 - Tekstslide

Vb. obwb en bvb
De ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van klas A2A | behoorlijk interessant.
ingewikkelde is bvb bij opdrachten
van gisteren is bvb bij opdrachten
van klas A2A is bvb bij leerlingen
behoorlijk is obwb bij interessant



Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak de opdrachten van H3 grammatica bvb en obwb

Klaar?
  • Werk aan de odprachten die je nog niet af had.
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide