H2 Krachten introductieles

H2 Krachten 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 Krachten 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Hoofdstuk doorlopen
  • Leerdoelen 2.1
  • Uitleg 2.1
  • Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

H2 Krachten
1.1 Soorten Krachten
1.2 Meer dan 1 kracht

  • VWO: 1.3: Voorstuwen en tegenwerken
    1.4: Krachten in het heelal

  • HAVO: 1.3: Hefbomen
    1.4 Werktuigen

Slide 3 - Tekstslide

Effecten van krachten

Slide 4 - Tekstslide

Effecten & gevolgen van krachten
  • De grootte van de snelheid verandert.
  • De richting van de snelheid verandert.
  • De vorm van een voorwerp verandert

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Golfbal
je ziet verandering van:
- vorm
- snelheid
- richting

dus er is één of meerdere krachten aanwezig

Slide 7 - Tekstslide

Extra: Plastische vs elastische vervorming
Plastische vervorming:
 Een blijvende vervorming


Elastische vervorming:
 Een tijdelijke vervorming

Slide 8 - Tekstslide

Effecten van krachten
Geef van elk van de onderstaande voorbeelden aan hoe je ziet dat er een kracht werkt

Voorbeelden:
- Usain Bolt krijgt het startsein voor de 100 m sprint en begint te rennen
- Een honkballer slaat een bal het veld in
- Een kunstenaar maakt een vaas van klei
- Een fietser komt tot stilstand voor het rode stoplicht

Hoe: noteer voor welke voorbeeld het antwoord, samen met de persoon die naast je zit. Daarna wordt het klassikaal besproken

timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

Effecten van krachten
Voorbeelden:
- Usain Bolt krijgt het startsein voor de 100 m sprint en begint te rennen
- De snelheid verandert van grootte, dus er werkt een kracht.
- Een honkballer slaat een bal het veld in.
- De snelheid verandert van richting, dus er werkt een kracht.
- Een kunstenaar maakt een vaas van klei.
- De vorm van de klei verandert, dus er werkt een kracht
- Een fietser komt tot stilstand voor het rode stoplicht.
- De snelheid neemt af, dus er werkt een kracht.

Slide 10 - Tekstslide

Afkorting van kracht
In de natuurkunde gebruiken we "F" voor kracht (force)

dus zwaartekracht is:
Fz

Slide 11 - Tekstslide

Soorten krachten
  • Zwaartekracht        (Fz)
  • Spierkracht              (Fs)
  • Veerkracht                (Fv)
  • Wrijvingskracht      (Fw)
  • Spankracht               (Fspan)
  • Elektrische kracht  (Fel) 
  • Magnetiche kracht (Fmagn) 

Slide 12 - Tekstslide

Krachten tekenen (vector)
Drie eigenschappen belangrijk:

  • Het aangrijpingspunt: een punt van het voorwerp   waarop de kracht werkt. 
  • De richting: een kracht heeft altijd een richting. Werkt de   kracht naar links, naar rechts, boven of onder? 
  • De grootte: hoe groter de kracht des te groter de vector

Slide 13 - Tekstslide

Krachtenpijl
A: Richting
B: Aangrijpingspunt
C: Grootte

Slide 14 - Tekstslide

Zwaartepunt
Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht.

Bij regelmatige vormen is dit het midden.
Bij onregelmatige vormen is het lastiger te bepalen

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maak 2.1

HAVO: 2, 4, 5, 6 en 7

VWO: 2, 3, 4, 5, 6 en 9

Slide 16 - Tekstslide