3.3 en 3.4 De VOC & de WIC

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar?
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, pen 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom Amsterdam en Antwerpen door hun ligging belangrijke handelssteden konden worden.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Amsterdam: de stapelmarkt van Europa

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat het ook alweer?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 De Oost en de VOC & 3.4 De WIC en Suriname
Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?
Waar hield de WIC zich mee bezig en waardoor ontstond de trans-Atlantische slavenhandel?

Slide 6 - Tekstslide

Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?
De gevluchte Antwerpse kooplui brachten hun handelskennis over oosterse producten en hun handels-contacten mee. Maar hoe kwam je in het Verre Oosten? Barentsz. en Van Heemskerck liepen vast in het poolijs rond Nova Zembla. Houtman en de Keyser lukte het wel. Zij bereikten om Zuid-Afrika heen Azië. Om onderling geen ruzie te krijgen en tegen de Spanjaarden en Portugezen op te kunnen werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht (VOC). Die ging handel drijven op het tegenwoordige Indonesië, China en India, maar ook tussen die gebieden onderling. Dat laatste heette de inter-Aziatische handel. Jan Pieterszoon Coen stichtte daarvoor op Java een bestuurscentrum, Batavia. De schepen van de VOC brachten volop oosterse producten mee naar Nederland, zoals zijde, specerijen, katoen en porselein. Nieuw was dat je aandelen kon kopen in de VOC, niet alleen rijken zoals burgemeester Bicker, maar ook gewone mensen, zoals bakkers en keukenmeiden, konden dat.


Waar hield de WIC zich mee bezig en waardoor ontstond de trans-Atlantische slavenhandel?
Portugezen kochten in West-Afrika slaven voor hun Braziliaanse plantages. Ze bouwden er ook een slavenstation, Elmina. Nederlandse kapers wachtten de Spaanse en Portugese vloten met zilver en suiker uit hun Amerikaanse koloniën op. Onze beroemdste kaperkapitein was Piet Hein. In dienst van de West-Indische Compagnie (WIC) richtte hij zich op West-Afrika en Amerika. De WIC veroverde Portugees Brazilië en ging in de slavenhandel over de Atlantische Oceaan. Nederland ruilde Nieuw Amsterdam voor Suriname na een conflict met de Engelsen. Daar werden honderden Nederlandse suikerriet- en koffieplantages ingericht, waarop slaven het zware werk deden.
Met de Moedernegotie, de VOC en de WIC verbond de Republiek de economieën van de werelddelen Europa, Azië, Afrika en Amerika. De driehoekshandel door de WIC ‘Europa-Afrika-Amerika-Europa’ is er een goed voorbeeld van. Zo ontstond er een wereld-economie. Engeland werd zo jaloers dat het bij wet besloot dat alleen Engelse schepen goederen van en naar Engeland mochten vervoeren, of schepen uit het land van afkomst van de handelswaren: de Acte van Navigatie (1651). Van 1652 tot 1654 brak nu de Eerste Engelse Zeeoorlog uit en in 1665 de Tweede. Admiraal Michiel de Ruyter voer dwars door een ketting voor Chatham en bracht in triomf het Engelse vlaggenschip de Prince Charles naar de Republiek. Toch werd door deze Engelse zeeoorlogen duidelijk dat de internationale concurrentie steeds groter werd. Daardoor zouden op lange termijn de winsten langzaam minder worden.


Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de volgende begrippen: VOC, Heren Zeventien, handelsmonopolie, handelsfactorijen, WIC, zilvervloot, trans-Atlantische Slavenhandel, plantagekolonie. (R)
  2. Je kunt aangeven welke pogingen er gedaan zijn in de Republiek om het “verre oosten” (Indië) te bereiken. (T1)
  3. Je kunt aan de hand van het voorbeeld van de VOC uitleggen hoe de aandelenmarkt in de Republiek werkte. (T1)
  4. Je kunt beargumenteren of Jan Pieterszoon Coen een Hollandse held of misdadiger was. (I)
  5. Je kunt een aantal verschillen en overeenkomsten tussen de VOC en WIC opnoemen. (T1)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zowel in de VOC als de WIC zit het woord “Indië”… hoe kan dit?

Slide 8 - Open vraag

Noem op basis van deze kaart een overeenkomst en een verschil tussen de VOC en de WIC?

Verdiepingsvraag: Zowel in de VOC als de WIC zit het woord “Indië”… hoe kan dit?

Hoe zat het ook alweer?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om de Noord of om de Zuid?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldhandel van de Republiek (17e eeuw)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken van de VOC op politiek, economisch en cultureel vlak?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De Verenigde Oost-Indische Compagnie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandelen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar?
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, pen 
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik-opdracht

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De VOC

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de volgende begrippen: VOC, Heren Zeventien, handelsmonopolie, handelsfactorijen, WIC, zilvervloot, trans-Atlantische Slavenhandel, plantagekolonie. (R)
  2. Je kunt aangeven welke pogingen er gedaan zijn in de Republiek om het “verre oosten” (Indië) te bereiken. (T1)
  3. Je kunt aan de hand van het voorbeeld van de VOC uitleggen hoe de aandelenmarkt in de Republiek werkte. (T1)
  4. Je kunt beargumenteren of Jan Pieterszoon Coen een Hollandse held of misdadiger was. (I)
  5. Je kunt een aantal verschillen en overeenkomsten tussen de VOC en WIC opnoemen. (T1)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fort el Mina

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De WIC: de Kaapvaart

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De WIC: de Slavenhandel

Slide 22 - Tekstslide

Verwijs naar hoofdstuk 1 waar de leerlingen hebben geleerd over de VOC en WIC, de twee grote handelscompagnieën van de Republiek. De WIC werd in 1621 opgericht en hield zich bezig met het verhandelen van slaven. Bespreek a.d.h.v. de rode route hoe de WIC handel dreef tussen Europa
– Westkust van Afrika (Goudkust) – Amerika (Antillen en Suriname) = driehoekshandel.
- Afrika: aankopen van door inheemse vorsten buitgemaakte slaven.
- Antillen: na barre overtocht per schip aankomst op Curaçao, waar slaven die nog leefden aan planters (uit Noord-, Midden- en Zuid-Amerika) konden worden verkocht op de markt.
- Suriname: Nederlandse kolonie waar slaven op plantages te werk werden gesteld. Plantages in Suriname werden door Nederlandse planters geleid.

Trans-Atlantische Driehoekshandel

Slide 23 - Tekstslide

Bespreek a.d.h.v. de rode route hoe de WIC handel dreef tussen Europa
– Westkust van Afrika (Goudkust)
– Amerika (Antillen en Suriname)
= driehoekshandel

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Trans-Atlantische Driehoekshandel

Slide 25 - Tekstslide

Bespreek a.d.h.v. de rode route hoe de WIC handel dreef tussen Europa
– Westkust van Afrika (Goudkust)
– Amerika (Antillen en Suriname)
= driehoekshandel
Dwangarbeid in Amerika

Slide 26 - Tekstslide

De schildering links laat zien welke werkzaamheden slaven moesten verrichten op een katoenplantage (o.a. verzorgen van de gewassen, oogsten van katoen en verwerken tot draad). Het leven op een plantage was voor slaven zwaar. Ze moesten dwangarbeid verrichten. De opzichters waren streng. Bij ongehoorzaamheid riskeerden slaven lijfstraffen. De tekening rechts laat dat goed zien. De afgebeelde slaaf is levend aan een haak opgehangen. Geef leerlingen de gelegenheid te reageren op deze gruwelijke prent. Laat ze bedenken waarom blanke planters zo met hun slaven omgingen.
Antwoord: zwarte mensen werden als minderwaardig beschouwd; doel was zoveel mogelijk produceren en dus geld verdienen.

Bekijk de afbeelding. Waarom gingen blanke planters zo met tot slaafgemaakten om?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De VOC & WIC

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De VOC & WIC

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de volgende begrippen: VOC, Heren Zeventien, handelsmonopolie, handelsfactorijen, WIC, zilvervloot, trans-Atlantische Slavenhandel, plantagekolonie. (R)
  2. Je kunt aangeven welke pogingen er gedaan zijn in de Republiek om het “verre oosten” (Indië) te bereiken. (T1)
  3. Je kunt aan de hand van het voorbeeld van de VOC uitleggen hoe de aandelenmarkt in de Republiek werkte. (T1)
  4. Je kunt beargumenteren of Jan Pieterszoon Coen een Hollandse held of misdadiger was. (I)
  5. Je kunt een aantal verschillen en overeenkomsten tussen de VOC en WIC opnoemen. (T1)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies