3.3 en 3.4

De VOC en de WIC
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De VOC en de WIC

Slide 1 - Tekstslide

Eigen zeeweg naar Indië (3A)
  • Voorlopers: Portugezen
  • Rechtstreekse handel levert meer op, zoektocht naar eigen zeeweg.
  • Nova Zembla en het Behouden Huys
  • Cornelis de Houtman via Kaap de Goede Hoop

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Oprichting VOC (3A)
  • Kooplui gingen op eigen kracht naar Indië 
  • Door ruzie en concurrentie daalde prijzen flink; slecht voor belastingopbrengst in oorlog!
  • Oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

VOC 

  • Handelsmonopolie (alleenrecht op handel) in Azië voor Republiek, mochten oorlog voeren en verdragen sluiten namens Republiek.

Slide 8 - Tekstslide

Aandelen
  • De VOC verkocht aandelen om kapitaal in te zamelen
  • Een aandeel kon je kopen of verkopen op de beurs
  • Aandelenhouders kregen een deel van de winst

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Wat maakte de VOC zo bijzonder?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link

Leg in je eigen woorden uit wat de WIC was

Slide 13 - Open vraag

De WIC
  • West-Indische compagnie: Kaapvaart: Mogen Spaanse schepen overvallen
  • Piet Hein: Veroverde de Zilvervloot van Spanje

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Transatlantische slavenhandel

  • Trans-Atlantische slavenhandel
  • Plantages van suikerriet, katoen, tabak en koffie in Amerika (plantagekolonie)
  • WIC stapt in de slavenhandel
  • Atlantische driehoekshandel

Slide 17 - Tekstslide

De Driehoekshandel (4A/B)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk:
Beantwoord de volgende vragen en lever dit in via Somtoday

(zie som)

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maken opdrachten paragraaf 3.3 en 3.4: 35/41/43/63/66/72


  • Huiswerk voor volgende les

Slide 23 - Tekstslide