Les verbes aimer, détester, adorer et préférer

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour tout le monde!

Ik heb zo'n zin in deze les, heb hier heel de dag op gewacht!

Ja

Ja

Qu'est-ce que on va faire aujourd'hui?

Programme du cours

• Les verbes aimer, adorer, détester et préférer

Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik dat ik de bij werkwoorden aimer, détester, adorer et préferer een lidwoord moet toevoegen en kan ik dit toepassen.

Aantekening

een hekel aan hebben= détester 

 dol op zijn                 = adorer

 liever   hebben        = préférer

houden van               = aimer

           !!! hier vertaal je  "van" niet!!!

Is er iets bijzonders aan deze werkwoorden?

1. Nee
2. Weet ik veel
3. Ja
4. Zal mij niks verbazen

Aantekening!!!!!

1. Na de regelmatige werkwoorden adorer, aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans meestal le, la, l' of les
2. In het Nederlands gebruik je hier géén lidwoord!
3. Voorbeeld: 

 Mijn ouders zijn dol op tennis. -> Mes parents adorent le tennis.

Na de werkwoorden adorer,aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans .......

1. le, de, da, des
2. les
3. le, la, l' of les
4. l'

Waarom is het handig om dit te weten?

Je préfère musique

Vrai

Faux

Le - La - L' - Les

1. Tu aimes beaucoup ........ chiens?
2. Claire déteste  ..............  histoire.
3. On déteste ......... maths.
4. J'adore ....... chocolat.

Welke zin is juist?

1. Elle préfère le bus
2. Elle préfère l'bus

Vind je dat je de woordjes al goed kent?

1. Ja
2. Nee
3. Ik ken het wel, maar ik moet iets beter leren
4. Ik vind het lastig

Wat heb je geleerd vandaag en vond je het lastig/te doen?

Snap ik alles?

Heb ik nog vragen? Zo ja, stel deze aan je docente! :)