§5,4 Hellingsgetal en grafiek

§5,4 Hellingsgetal en grafiek
ik kan van een hellingsgetal aangeven of een grafiek dalend, stijgend of horizontaal is.

ik kan met behulp van hellingsgetallen uitzoeken of grafieken evenwijdig zijn.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

§5,4 Hellingsgetal en grafiek
ik kan van een hellingsgetal aangeven of een grafiek dalend, stijgend of horizontaal is.

ik kan met behulp van hellingsgetallen uitzoeken of grafieken evenwijdig zijn.

Slide 1 - Tekstslide

startgetal (basis) §9.4

Slide 2 - Tekstslide

Startgetal
Het startgetal is altijd het vaste deel van de formule.

Slide 3 - Tekstslide

Startgetal
Het startgetal staat in de tabel onder de 0.
Het startgetal is dus 4,10

Slide 4 - Tekstslide

Startgetal
Het startgetal of het begingetal is 
het getal waar de tabel of de grafiek 
begint. Dit is altijd bij de 0. 

Startgetal is dus 4.

Slide 5 - Tekstslide

Lineaire formules: Startgetal en hellingsgetal
Wat is het startgetal?
Wat is het hellingsgetal?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het startgetal?

Slide 7 - Tekstslide

lineaire formule maken
Hoe doe je dat ook alweer?

Slide 8 - Tekstslide

Stap 1
Schrijf de standaardformule op van een lineaire formule

Y = ..... x Xas + .....

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2
Bereken a, het hellingsgetal.




Slide 10 - Tekstslide

Stap 2
Bereken a, het hellingsgetal.

In 2 stappen komt er 3 bij.
Dus hoeveel komt erbij in 1 stap?
a = 3 : 2 = 1,5
Y= 1,5 x Xas + .....


Slide 11 - Tekstslide

Stap 3
Bepaal b, het startgetal.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3
Bepaal b, het startgetal.

Het startgetal is waar de grafiek door de y-as heen gaat.
bij 0 = 2

Y = 1,5 x Xas + 2

Slide 13 - Tekstslide

Stap 4
Geef de conclusie, oftewel, schrijf de formule op


y=1,5x+2

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen
Oefenen

Slide 15 - Tekstslide

y = -0,5 x T + 8
Oefenen

Slide 16 - Tekstslide

y = -0,5 x T + 8
Y= 2 x T -10

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg paragraaf 5.4
We kennen drie situaties met een hellingsgetal.
  1. Positief hellingsgetal
  2. Negatief hellingsgetal
  3. Geen hellingsgetal

Slide 18 - Tekstslide

Positief hellingsgetal
De grafiek heeft een stijgende lijn.

Slide 19 - Tekstslide

Negatief hellingsgetal
De grafiek heeft een dalende lijn.

Slide 20 - Tekstslide

Geen hellingsgetal

De grafiek heeft een constante lijn.

Slide 21 - Tekstslide

Geen hellingsgetal
y=8
y=1
y=3

Slide 22 - Tekstslide

Ik weet dat evenwijdige grafieken hetzelfde hellingsgetal hebben.

Slide 23 - Tekstslide

evenwijdige grafieken

Slide 24 - Tekstslide

Evenwijdig
Zelfde hellingsgetal: evenwijdige grafieken


Slide 25 - Tekstslide

Evenwijdige grafieken
Twee grafieken met hetzelfde hellingsgetal zijn altijd evenwijdig. 

Ze gaan namelijk net zoveel hokjes omhoog als ze 1 hokje naar rechts gaan.

Slide 26 - Tekstslide

Kader: maken § 5.4 blz 190
wie: individueel 
doel: ik kan een soort grafiek herkennen aan het hellingsgetal
hoe: in stilte/fluisteren
hulp: docent loopt rondes 
hoe lang: zie timer 
klaar: ander huiswerk 

timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide