workshop lidwoorden, zelfstandige naamwoorden + hoofdletters (herh.)

Week 6 - Kapitel 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Week 6 - Kapitel 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Herkansing!
Ga naar exam.net en log in met de volgende Code
oUpmca
Maak alleen het leerdoel wat je nog niet hebt gehaald!!!!!

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag
Ik kan de hoofdletter-regel toepassen.
Ik ken de 4 lidwoorden en kan ze op de juiste manier toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

workshop lidwoorden, zelfstandige naamwoorden + hoofdletters 
Maak notities in jouw schrift of google drive document! Dit is belangrijk vooor het volgende meetmoment.

Slide 5 - Tekstslide

Die Großbuchstaben - hoofdletters
Wie in den Niederlanden:

  • Aan het begin van de zin
  • Namen van mensen en plaatsen
  • Talen (Wir lernen Deutsch!)

Slide 6 - Tekstslide

Die Großbuchstaben - hoofdletters
Aber man schreibt auf Deutsch noch mehr Wörter groß!!!!!

  • alle zelfstandige naamwoorden
  • alle maanden en dagen
  • de Windstreken: Norden, Süden
  • Jaargetijden: Frühling, Herbst
  • U/uw: Wollen Sie noch etwas trinken?
  • Feestdagen ( In Dezember feiern wir Weihnachten)


Slide 7 - Tekstslide

De Lidwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Lidwoorden

Slide 10 - Tekstslide

.... Vater
A
der
B
die (ev)
C
das
D
die (mv)

Slide 11 - Quizvraag

.... Fräulein
A
der
B
die (ev)
C
das
D
die (mv)

Slide 12 - Quizvraag

.... Eltern
A
der
B
die (ev)
C
das
D
die (mv)

Slide 13 - Quizvraag

.... Tasche
A
der
B
die (ev)
C
das
D
die (mv)

Slide 14 - Quizvraag

.... Wohnung
A
der
B
die (ev)
C
das
D
die (mv)

Slide 15 - Quizvraag

.... Brötchen
A
der
B
die (ev)
C
das
D
die (mv)

Slide 16 - Quizvraag

.... Regen
A
der
B
die (ev)
C
das
D
die (mv)

Slide 17 - Quizvraag

Hoofdletter

Slide 18 - Tekstslide

Welke zin is goed geschreven?
A
Der Vater von Lena ist sehr nett.
B
der Vater von Lena ist sehr nett.
C
Der Vater von lena ist sehr nett.
D
der vater von lena ist sehr nett.

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin is goed geschreven?
A
der hund heisst Joep.
B
der Hund heisst Joep.
C
Der hund heisst Joep.
D
Der hund heisst joep.

Slide 20 - Quizvraag

En nu voor profies!
A
Esther und Janin gehen gern in utrecht shoppen.
B
esther und janin gehen gern in utrecht shoppen.
C
Esther und Janin gehen gern in Utrecht shoppen.
D
Esther und janin gehen gern in utrecht shoppen.

Slide 21 - Quizvraag

Ik kan de hoofdletter-regel toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik ken de 4 lidwoorden en kan ze op de juiste manier toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

opdrachten
Werk aan Kapitel 2
Machen Aufgaben im Buch:
A3 (luisteren) +4 (woorden) +B6 (woorden)
 
Machen Aufgaben online → groene scores zijn belangrijk!
C instap +12 +13 (zelfstandige naamwoorden en lidwoorden) → Denk je aan vwo? Maak dan deze opdrachten in de ☆-route.

Oefenen taaltaak! 


Slide 24 - Tekstslide