4.4. ontwikkeling van het leven op aarde

Wanneer behoor je zeker tot dezelfde soort?
A
als je nakomelingen kan maken
B
als je uit hetzelfde gebied komt
C
als je vruchtbare nakomelingen kan maken
D
als je er hetzelfde uit ziet.
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wanneer behoor je zeker tot dezelfde soort?
A
als je nakomelingen kan maken
B
als je uit hetzelfde gebied komt
C
als je vruchtbare nakomelingen kan maken
D
als je er hetzelfde uit ziet.

Slide 1 - Quizvraag

Argumenten
evolutietheorie

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het eerste leven: In het water
De aarde ontstond 4600 miljoen jaar geleden. Het eerste leven begon waarschijnlijk 3800 miljoen jaar geleden in het water. Dit was eencellig leven. Er was toen nog geen zuurstof in de lucht. Uit de eerste organismen ontstonden de eerste bacteriën. Een deel van die bacteriën kon zuurstof produceren. 

Eencellige organismen ontstonden ongeveer 3300 miljoen jaar geleden. Er kwam langzaam meer zuurstof in het water en in de lucht omdat in deze eencelligen fotosynthese plaatsvond. 

Ongeveer 1600 miljoen jaar geleden ontstonden de meercellige organismen
zich uit de eencelligen.
700 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste dieren. Ze ontstonden allemaal
in de oceanen en zeeën. Het waren bijvoorbeeld:
- de sponzen, neteldieren, weekdieren, stekelhuidigen en geleedpotigen. 

Op het land kwamen alleen bacteriën voor.

Slide 5 - Tekstslide

Welke organismen waren de eerste tekenen van leven op aarde?

Slide 6 - Open vraag

Na het leven in het water: LEVEN OP HET LAND
De aarde ontstond 4600 miljoen jaar geleden.

Het duurde nog een hele tijd voordat er op het land iets verscheen. De eerste landplanten en de vissen ontstonden 500 miljoen jaar geleden. De eerste landdieren ontstonden 450 miljoen jaar geleden. Het waren vooral de geleedpotigen, vooral duizendpoten. Later waren de andere gewervelden op het land te zien, de amfibieën en de reptielen.

251 miljoen jaar geleden begon de bloeitijd van de reptielen. 
Er ontstonden allerlei soorten sauriërs. 
Ze leefden ook in het water en de lucht.
Saurus betekent hagedis. 
Er leefden enorme sauriërs: dinosauriërs

Toen de sauriërs ontstonden, 
ontstonden ook de eerste zoogdieren en vogels.

Slide 7 - Tekstslide

Geologische tijdschaal
Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het leven op aarde. 

De geschiedenis van het leven op aarde is verdeeld in tijdperken. 
Een tijdperk is een lange periode waarin veel gebeurd is. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide


Ontwikkeling van het leven op aarde.



3 tijdperken
12 perioden
              mjg = 
miljoen jaar geleden


NIET uit je hoofd leren!

Wat moet je wel kunnen:

- snappen

- af kunnen lezen 

- conclusies kunnen trekken 

Slide 10 - Tekstslide

Stamboom van organismen

In een stamboom zie je welke organismen zich ontwikkelen uit bepaalde organismen. 

Je kunt afleiden welke groepen veel en welke weinig verwant zijn. 
verwant = familie van elkaar

Als in een stamboom een lijn niet doorloopt, is een groep dieren uitgestorven.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een Geologische tijdschaal?

Slide 12 - Open vraag

Bekijk afbeelding 23 op blz 167. Zet de volgorde groepen organismen in de volgorde waarin ze zijn ontstaan. Begin met de vroegste levensvormen.
Archaea + bacteriën - dieren - planten - schimmels

Slide 13 - Open vraag

Waar is het leven op aarde ontstaan?
A
Het is vanuit de ruimte gekomen
B
In het water
C
Op het land
D
In de grond

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van eenvoudige levensvormen?
A
eencellig en levend in het water
B
meercellig en levend in het water
C
eencellig en levend op het land
D
meercellig en levend op het land

Slide 15 - Quizvraag

Doen!
Maak vraag 30, 32

Slide 16 - Tekstslide

Tijdbalk
blz 166.
De tijdbalk verdeelt 
de geschiedenis van de aarde in delen.

Ongeveer 4600 miljoen jaar geleden (4,6 miljard) ontstond de aarde.
Er was geen leven mogelijk. Hiervoor was het veel te heet (waarschijnlijk 400 graden Celsius).
1
Eerste bacteriën
3
Eerste eenvoudige vormen van leven
2
Zuurstof in de atmosfeer
4
Eerste eencellige planten

5
Eerste meercellige organismen

6
Eerste dieren

7
Eerste landplanten

8
Eerste landdieren

9
Eerste mensen (mensachtigen)


10

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Samen maken
Pak voor je blz 165 van je werkboek en blz 170-171 van je tekstboek.
We maken samen vraag 34

Slide 19 - Tekstslide

blz 170 - 171 tekstboek
Vraag 34 in je werkboek

Slide 20 - Tekstslide

Stambomen
In een stamboom kun je verwantschap laten zien.

In een stamboom staan voorouders, maar ook uitgestorven soorten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Stambomen
Evolutionaire stamboom: geeft aan hoe de soorten in de tijd zijn ontstaan en welke soorten gemeenschappelijke voorouders hebben.

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel groepen olifantachtigen kwamen er voor in het begin van het plioceen volgens de stamboom?

Slide 24 - Tekstslide

Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld?
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er door micro-evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan
D
Dat er veel apen zijn.

Slide 25 - Quizvraag

Stamboom slangen.
Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 26 - Quizvraag

Doen!
Maken vraag 31, 35, 36 en 37

Slide 27 - Tekstslide