Herhaling spelling H6 + schrijfopdracht

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Huiswerk bespreken opdracht 4 blz. 185
  • Zijn er nog vragen over de lesstof? 
  • Korte oefening met werkwoordtijden
  • Schrijfopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zat het ook al weer met woorden aan elkaar of los van elkaar schrijven?

Slide 4 - Tekstslide

  • Samenstellingen met 1 klemtoon
  • Samenstellingen van drie woorden of minder
      vb. tuinman, zonnebril, bruinebonensoep
  • woorden die gemaakt zijn die van er, hier, daar of waar plus een voorzetsel
    vb. hierom, erachter, daarheen

Slide 5 - Tekstslide

Aan elkaar schrijf je:
  • getallen met honderd en duizend
    vb. vijfhonderd, zestienduizend
  • veel samengestelde werkwoorden
      vb. autorijden, goedkeuren, koffiedrinken, losmaken
  • veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel
    vb. veeleisend, dichtbevolkt, stomverbaasd

Slide 6 - Tekstslide

Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel
Let op de betekenis!
hoge school  -  hogeschool
blinde darm   - blindedarm

Samenstelling met 1 klemtoon!
tennisracket en trainingsbroek   -   1 klemtoon
professioneel racket en goedkope sportbroek   -   2 klemtonen

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 4 - blz. 185


Hoeveel woorden waren in opdracht 4 niet samengesteld die dat wel moesten zijn?

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 4 blz. 185

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Schrijfopdracht - kort verhaal schrijven
  2. Peer-to-peer feedback geven
  3. Feedback bekijken en verbeteren 
  4. Verhaal voorlezen


Slide 10 - Tekstslide

Uitleg schrijfopdracht
1. Jullie schrijven een kort verhaal aan de hand van een aantal foto's waaruit je kunt kiezen. 

2. Hiervoor krijg je 15 minuten. Let erop dat je de spellingsregels van de zes spellingshoofdstukken goed toepast.

3. Na 15 minuten laat je je verhaal lezen aan je buur.


Slide 11 - Tekstslide

Uitleg schrijfopdracht
4. Je lees het herhaal van je buur en onderstreept spelfouten als die er zijn. Na 5 minuten wissel je weer van verhaal en verbeter je je eigen fouten. 

5. We kiezen een verhaal uit dat klassikaal wordt voorgelezen.

6. Wees creatief en veel succes! 

Slide 12 - Tekstslide

Een kort verhaal afschrijven 
*min. 300- max. 500 woorden
- zelf fictie (kort verhaal) schrijven op basis van vier elementen: 

                 1.  wie (personage)
                 2. wat(wat doet het personage)
                 3. waar (waar is je personage)
                 4. hoe (karaktereigenschap, manier waarop je                                                                        personage iets doet!!      

Let bij het schrijven de spellingsregels!


timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Kies een personage

Slide 14 - Tekstslide

Kies een activiteit

Slide 15 - Tekstslide

Kies een omgeving

Slide 16 - Tekstslide

Een kort verhaal afschrijven 
*min. 300- max. 500 woorden
- zelf fictie (kort verhaal) schrijven op basis van vier elementen: 

                 1.  wie (personage)
                 2. wat(wat doet het personage)
                 3. waar (waar is je personage)
                 4. hoe (karaktereigenschap, manier waarop je                                                                        personage iets doet!!      

Let bij het schrijven de spellingsregels!


timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Wissel je verhaal uit met je buur
Lees elkaars verhaal en omcirkel spelfouten.
Je mag de fouten NIET verbeteren!

Bekijk je eigen verhaal en verbeter je fouten!

Wie wil zijn verhaal voorlezen?

Hoe ging deze opdracht?



timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Hoe ging deze opdracht?

Slide 19 - Tekstslide

Fijn weekend!

Slide 20 - Tekstslide