Les 3 Schrijven - Creatief schrijven

WELKOM M3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1-4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM M3

Slide 1 - Tekstslide

Planning
-Huiswerkcontrole + nakijken opdrachten H1-Spelling (10 min)
-Kahoot leestekens (10min)
-Zelf een kort verhaal schrijven (creatief schrijven) (40 min)
-Verhalen voorlezen (2 leerlingen) (10min)
-Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden
Opdracht 1

1 In België worden drie talen gesproken: Nederlands, Frans en Duits.
2 Hoewel we op tijd vertrokken zijn, kwamen we net op tijd op Schiphol aan.
3 De straat is afgezet, want door de storm is een boom omgewaaid.
4 Jimmy, hoeveel fouten mag je eigenlijk hebben in je theorie-examen?



Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden
Opdracht 2

1 De zanger vertelde: ’Vanavond treed ik op in Rotterdam en morgen in Berlijn.’
2 ’Zullen we volgend jaar naar Finland op vakantie gaan?’ vroeg mijn vader.
3 Jayden zei: ’Ik ben in Willemstad geboren, maar ik woon al tien jaar in Nederland.’
4 De douanier vroeg of we nog iets aan te geven hadden.

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden
Opdracht 3

Lies in Ierland
Omdat Lies graag haar Engels wilde verbeteren, is ze tijdelijk naar Dublin verhuisd. Van tevoren vond ze het verschrikkelijk om Engels te praten, maar nu spreekt ze het vloeiend. Lies vertelt dat ze een supertijd heeft gehad. Ze zegt: ‘In dit halfjaar ontmoette ik mensen van verschillende nationaliteiten en dat heeft mijn horizon alleen maar verbreed.’ Volgens Lies biedt de stad van alles: musea, theaters en natuurlijk Ierse pubs. ‘Ik raad iedereen zo’n halfjaar in Ierland aan!’ roept ze enthousiast.


Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden
Opdracht 4

1 a ‘De tijgerkooi staat open!’ riep Jorn tegen de oppasser. / ‘De tijgerkooi stond open!’ riep Jorn tegen de oppasser.
b’De bal is toch echt uit’, deelde de scheidsrechter mee. / ’De bal was toch echt uit’, deelde de scheidsrechter mee.
2 a Jorn riep tegen de oppasser: ‘De tijgerkooi staat open!’ / Jorn riep tegen de oppasser: ‘De tijgerkooi stond open!’
b De scheidsrechter deelde mee: ’De bal is toch echt uit.’ / De scheidsrechter deelde mee: ’De bal was toch echt uit.’

Slide 6 - Tekstslide

Na deze les
- kan je met behulp van  aanwijzingen zelf een kort (fictief) verhaal schrijven

- kan je een goed leesbaar kort verhaal schrijven door leestekens en hoofdletters correct te gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Een kort verhaal schrijven (40min)
- zelf fictie (kort verhaal) schrijven op basis van vier elementen: 

                 1.  wie (personage)
                 2. wat(wat doet het personage)
                 3. waar (waar is je personage)
                 4. hoe (karaktereigenschap, manier waarop je                                                                        personage iets doet!!      

Let bij het schrijven wel op je hoofdlettergebruik en interpunctie!!!


Slide 9 - Tekstslide

Een kort verhaal schrijven (40min)
- zelf fictie (kort verhaal) schrijven op basis van vier elementen: 

                 1.  wie (personage)
                 2. wat(wat doet het personage)
                 3. waar (waar is je personage)
                 4. hoe (karaktereigenschap, manier waarop je                                                                        personage iets doet!!      

Let bij het schrijven wel op je hoofdlettergebruik en interpunctie!!!


Slide 10 - Tekstslide

Kort verhaal schrijven (40 min)
-Jullie gaan vandaag een kort (fictie) verhaal schrijven
-Kaartjes  (wie,wat,waar, hoe) zijn een inspiratie voor jouw korte verhaal.
-Alle elementen moet worden verwerkt in je korte verhaal
-Minimaal 300 woorden - maximaal 500 woorden
-Aan het eind van de les kies ik twee mensen uit om hun verhaal voor te lezen!  :-)

Slide 11 - Tekstslide