USG 2AK H1.4 Bevolkingsgrafieken

Programma 
Uitleg par 4 met Lessonup
Samen mk  par 7 opdr 4 en 6
Starten huiswerk: 
Lz: par 4 en 7
Mk par 4: 4 t/m 7 +  par 7:  3, t/m 7
Sv en lr par 1 t/m 3


Klaar?
Maken par. 6 opdrachten 1 t/m 15 op blz. 14 en 15 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma 
Uitleg par 4 met Lessonup
Samen mk  par 7 opdr 4 en 6
Starten huiswerk: 
Lz: par 4 en 7
Mk par 4: 4 t/m 7 +  par 7:  3, t/m 7
Sv en lr par 1 t/m 3


Klaar?
Maken par. 6 opdrachten 1 t/m 15 op blz. 14 en 15 

Slide 1 - Tekstslide

Par 4: Bevolkingsgrafieken en par 7: Nigeria

Slide 2 - Tekstslide

Par. 4: Bevolkingsgrafieken
Wat leer je?

- Je kunt aan het einde van de les een bevolkingsgrafiek lezen.
- Je kunt een bevolkingsdiagram uitleggen.
- Je kunt de verschillen in de leeftijdsopbouw van een rijk land en een arm land beschrijven.
- Je kent de oorzaken die de bevolkingsontwikkeling in een arm en rijk land bepalen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een bevolkingsgrafiek?
* Grafiek waarin je de leeftijdsopbouw van de bevolking van een gebied kunt aflezen. 
* Links staan de mannen,  rechts de vrouwen

* Horizontale as:  aantallen inwoners 
in miljoenen

* Verticale as: leeftijdsgroepen
    - gegevens meestal per vijf jaar

Slide 4 - Tekstslide

Bevolkingsdiagrammen
● Bij een hoog geboortecijfer heeft het diagram een piramidevorm. Vooral in arme landen zonder family planning. Hoort bij fase 1 en 2 van het demografische transitiemodel. In fase 2 daalt het sterftecijfer.
Urnvorm: Het geboortecijfer daalt.  Hoort bij fase 3 en 4.
Torenvorm: het geboortecijfer daalt en het sterftecijfer is laag. Mensen worden steeds ouder. Daarna is er vaak een sterfteoverschot. Hoort bij eind fase 4 en 5.

Slide 5 - Tekstslide

Welke leeftijdsgroep is het grootst?
A
5-9 jaar
B
25-29 jaar
C
45-49 jaar
D
70-74 jaar

Slide 6 - Quizvraag

De bevolkingsgrafiek van een rijk land
* Nederlandse bevolking is sinds 1900 snel gegroeid
* Nu heeft Nederland een oudere bevolking
* De top van de grafiek wordt steeds breder

Slide 7 - Tekstslide

Waarom worden de mensen in rijke landen steeds ouder?

Slide 8 - Open vraag

Gebruik bron 1 uit je lesboek (blz 18). Welke uitspraak is goed?
A
In 2010 is de groep 30-35 jaar is in Japan het grootst.
B
Er zijn in 2050 meer vrouwen die 90 jaar en ouder zijn dan mannen.
C
In Japan is in 1970 meer dan 5 % van de jongens van 0-4 jaar.
D
In 1970 worden meer meisjes dan jongens geboren.

Slide 9 - Quizvraag

De bevolkingsgrafiek van een arm land
* Nigeria: arm land
    - jongere bevolking
    - hoog geboortecijfer, hoog sterftecijfer
    - grafiek lijkt op een piramide

Slide 10 - Tekstslide

Bijkomende problemen
Hoge bevolkingsgroei -> veel monden te voeden, vrouwen niet beschikbaar voor werk.
Werk in de landbouw -> laag inkomen, kinderen moeten meehelpen, als meer welvaart -> meer machines -> minder werk -> toename werkloosheid.
Percentage stedelingen groeit door urbanisatie -> veel huizen en extra banen in de stad nodig -> als te weinig .... ?
Emigratie -> verlies jonge arbeiders voor ontwikkeling van hun eigen land.

Slide 11 - Tekstslide

Als er te weinig betaalbare huizen en eenvoudige banen in steden zijn dan... (er zijn meer antwoorden goed)
A
Ontstaan slumwijken.
B
Groeit de informele sector.
C
Gaan mensen terug naar het platteland.
D
Zet de overheid speciale projecten op.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen reden voor het krijgen van veel kinderen in een ontwikkelingsland?
A
Meehelpen aan gezinsinkomen.
B
Geen toegang tot geboortebeperking.
C
Slechte medische voorzieningen.
D
Meer kans op een goede oude dag.

Slide 13 - Quizvraag

Kijk naar de bevolkingsgrafiek van India

Slide 14 - Tekstslide

In welke demografische transitiefase bevindt India zich?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4-5

Slide 15 - Quizvraag

Met welk probleem zal India over ca. 20 jaar te maken hebben?

Slide 16 - Open vraag

Demografische druk
Kijk goed naar de bevolkingsgrafieken  1, 2 of 3? 
1
2
3

Slide 17 - Tekstslide

In welke grafiek zal de demografische druk het hoogst zijn?
A
Grafiek 1.
B
Grafiek 2.
C
Grafiek 3.
D
Geen van de grafieken dat is niet te zien.

Slide 18 - Quizvraag

Programma 
Uitleg par 4 met Lessonup
Samen mk  par 7 opdr 4 en 6
Starten huiswerk: 
Lz: par 4 en 7
Mk par 4: 4 t/m 7 +  par 7:  3, t/m 7
Sv en lr par 1 t/m 3


Klaar?
Maken par. 6 opdrachten 1 t/m 15 op blz. 14 en 15 

Slide 19 - Tekstslide