Examentraining 3 lezen en luisteren tekst bloedneus - kleding

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • In deze les gaan we informatie herhalen die belangrijk is voor het examen lezen/luisteren 2f.
  • We gaan een aantal examenvragen maken om te oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

Het tekstdoel informeren.  
De bedoeling van de schrijver of spreker.
de tekst wil de lezer uitleggen dat....
Wat wil hij met deze opmerking bereiken?
De tekst wil de lezer voorlichten over...
De tekst wil de lezer duidelijk maken dat....
Met welke bedoeling maakt zij deze opmerking?
Tekstdoelen in examens anders gezegd...

Slide 3 - Sleepvraag

Soorten vragen
- Tekstdoel
- Hoofd en bijzaken
- De opbouw van een tekst
- Feiten en meningen
- Bedoelingen herkennen
- informatie toepassen
- Tussenkopjes kiezen
-  Een tekst samenvatten

Slide 4 - Tekstslide

Pak tekst 1 Een bloedneus erbij

Slide 5 - Tekstslide

1. Wat is het belangrijkste doel van deze tekst
A
Informeren over de oorzaken van een bloedneus
B
Informeren over het gevaar van een bloedneus
C
Informeren over wat de doen bij een bloedneus

Slide 6 - Quizvraag

2. Trudy heeft een bloedneus en gaat liggen. Wat zal er gebeuren?
A
Ze gaat meer bloeden door de hogere druk
B
Ze gaat meer bloeden door de lagere druk.
C
Ze gaat minder bloeden door de hogere druk.
D
Ze gaat minder bloeden door de lagere druk.

Slide 7 - Quizvraag

Wat werkt goed als je zelf een bloedneus wilt stoppen? Kies 2 antwoorden.
A
Door de neus ademen
B
Echte neusdruppels in de neus druppelen
C
Gaan liggen
D
Neusgaten leegsnuiten

Slide 8 - Quizvraag

Chris gebruikt bloedverdunners en heeft een bloedneus. Hij komt op de spoedeisende hulp te liggen. Wat wordt er in ieder geval gecontroleerd?
A
Alleen de bloeddruk
B
Alleen de stollingswaarden in het bloed
C
De bloeddruk en de stollingswaarden in het bloed

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Je leest een tekst met aanwijzingen voor verpotten van planten.
Wat is het tekstdoel van deze tekst?
timer
1:00
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen/overhalen

Slide 11 - Quizvraag

Je leest een tekst met een oproep om te demonstreren.
Wat is het tekstdoel van deze tekst?
timer
1:00
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen/overhalen

Slide 12 - Quizvraag

Je leest een nieuwsbericht over het instorten van een brug.
Wat is het tekstdoel van deze tekst?
timer
1:00
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen/overhalen

Slide 13 - Quizvraag

Je leest productinformatie op een kauwgumpakje
Wat is het tekstdoel van deze tekst?
timer
1:00
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen/overhalen

Slide 14 - Quizvraag

HOOFDZAAK en BIJZAKEN in een tekst.
Welke uitspraak past bij 'bijzaken'?
A
de grote lijn van het verhaal
B
voorbeelden in een tekst
C
het belangrijkste in de tekst
D
de hoofdgedachte van de tekst

Slide 15 - Quizvraag


Noem enkele woorden waaraan je kunt herkennen dat het om een MENING van iemand gaat.

Slide 16 - Open vraag

Meningen....
Ik vind.... / De heer de Boer vindt..
Ik ben van mening dat.../ zij is van mening dat....
Naar mijn/zijn/haar  mening...
Volgens mevrouw Jansen....
Aldus Frank Molenaar...

Slide 17 - Tekstslide


Pak tekst 2 kleding erbij

Slide 18 - Tekstslide

De grafiek hoort bij de tekst,
maar het onderschrift ontbreekt.

Welk onderschrift hoort bij de grafiek?
A
% budget huisvesting
B
% budget media
C
% budget uitgaven

Slide 19 - Quizvraag

Wat kenmerkt de generatie Y volgens Youri van den Bergh?
A
Deze generatie wil een goed salaris hebben en heeft behoefte aan veel luxe artikelen.
B
Deze generatie wil genieten van het leven in combinatie met een goede financiële situatie
C
Deze generatie wil niet tot op een hoge leeftijd werken en hecht veel waarde aan vrijheid.

Slide 20 - Quizvraag

Met welke conclusie sluit de schrijver de tekst af?
A
In het leven van de Nederlandse jongere speelt geld een opvallend grote rol in vergelijking met jongeren in andere landen
B
Met name voor jongeren uit Europese landen is het een heel belangrijk doel in het leven om zo snel mogelijk veel geld te verdienen
C
Voor Nederlandse jongeren is geld verdienen belangrijk, maar de meerderheid vindt dat er belangrijkere dingen in het leven zijn.

Slide 21 - Quizvraag

Bedenk 1 examenvraag (niveau 2f) bij de tekst over kleding.

Slide 22 - Open vraag

Wat wil je graag nog behandelen in een volgende les?

Slide 23 - Open vraag

Deze les
De uitnodiging voor examen lezen/ luisteren krijg je via je Deltionmail. Denk aan je identiteitsbewijs!

 

Slide 24 - Tekstslide