Geld (uitgeven) (22-23)

1 / 25

Slide 1: Tekstslide

BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ter introductie:
Wat houdt 'de economie' volgens jou in?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Burgers geven meer geld uit

Bedrijven doen meer investeringen

Bedrijven hebben meer mensen nodig

Minder mensen zijn werkloos

Het inkomen van mensen gaat omhoog

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Vraag om te stellen: met wat houden jullie als ###assistenten de economie draaiende?

00:13

Oke leuk, maar wat wordt er bedoeld koopkracht?

De mogelijkheid om een huis te kunnen kopen

De mogelijkheid om luxe producten te kopen

Wat een huishouden uitgeeft aan (luxe) producten

Wat een huishouden met hun inkomen kan kopen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:43

Gewetensvraag:
Let jij op waar jouw spulletjes vandaan komen?
(Denk bijvoorbeeld aan kleding)

Ja, dat wil ik weten

Nee, dat interesseert me niks

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het (goed) regeren van Nederland kost ook geld. Heel veel geld.
Hoe haalt de overheid het meeste geld binnen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belastingen

Door belastingen zorgt de overheid voor de dingen die we collectief mogen gebruiken, zoals scholen, autowegen en ziekenhuizen.

Ook zorgt jouw geld voor sociale voorzieningen.

Slide 11 - Tekstslide

Jij betaalt belastingen zodra je begint te werken.

'Geld verdienen' staat in mijn normen top 3

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Luca shopt bij de Bijenkorf, een van laatste luxe warenhuizen van Nederland. Maar lang niet iedereen kan hier de spulletjes kopen.

00:33

Leg in één zin uit wat geld precies is.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:16

Zakgeld, altijd lekker.
Wie komt er nog in aanmerking voor zakgeld?

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

01:27

Stel je voor, je wil de nieuwste Iphone (14). Je hebt 500 eu gespaard.
Hoeveel moet je nog bijleggen?

Ongeveer 250 eu

Ongeveer 450 eu

Meer dan 500 eu

Meer dan 1000 eu

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:47

Wat is een L.O.L pop?

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is er -volgens jou- sprake van een grote financiële ongelijkheid in Nederland?

NEE

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Financiële ongelijkheid in Nederland

Een kwart van het totale vermogen in Nederland is in handen van 1 procent van de huishoudens.
In Nederland moet je minimaal een vermogen van 2,2 miljoen eu hebben om bij de rijkste 1 procent te horen.

Nederlanders hebben een gemiddeld vermogen van 128 duizend eu
Een op de vier huishoudens hebben netto gezien een schuld te pakken.

Slide 19 - Tekstslide

Hebt u bezittingen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Of hebt u schulden, zoals een krediet bij de bank of een webwinkel? Dan hebt u vermogen.