Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Up2b, 12-10-2021 Personalpronomen und Fragewörter
Herzlich willkommen beim Deutschunterricht
schön, das du da bist!
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herzlich willkommen beim Deutschunterricht
schön, das du da bist!
Slide 1 - Tekstslide
Regeln in der Klasse
Luister naar elkaar! Als er iemand praat, is de rest stil.
Geen mobiele telefoon
Respect voor elkaar, geen gescheld/geduw
Altijd laptop meenemen
Tas, naast jou op de grond
Geen voeten op stoelen of tafels
timer
2:00
Slide 2 - Tekstslide
Was lernt ihr heute?
Jullie leren de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken.
De herhaling van de werkwoorden sein, haben
Jullie kunnen de vraagwoorden in het Duits benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Die Lehrerin erklärt die Personalpronomen.
Die Lehrerin erklärt die Fragewörter.
Üben mit Aufgaben aus dem Buch.
Üben mit einem Aufgabenblatt.
Slide 4 - Tekstslide
Personalpronomen
Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden
Welke heb je?
Slide 5 - Tekstslide
Ik
Jij
hij, zij, het
wij
jullie
zij
u
ich
du
er,sie,es
wir
ihr
sie
Sie
Slide 6 - Sleepvraag
Vul in:
Bist (jij) vierzehn Jahre alt?
A
du
B
er
C
ihr
D
sie
Slide 7 - Quizvraag
vul in:
(het) regnet.
A
sie
B
er
C
es
D
Sie
Slide 8 - Quizvraag
vul in:
Wo wohnt (jullie)?
A
wir
B
Sie
C
sie
D
ihr
Slide 9 - Quizvraag
Vul in:
Mein Vater und (ik) sind in Apeldoorn.
A
du
B
er
C
ich
D
wir
Slide 10 - Quizvraag
vul in:
Hat (zij) Kopfschmerzen?
A
sie
B
Sie
C
ihr
D
es
Slide 11 - Quizvraag
Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist
Slide 12 - Sleepvraag
Fragewörter
Hoe herken je vraagwoorden?
Wie, wat, waar, wanneer, hoe?
Andere vraagwoorden?
Slide 13 - Tekstslide
Wat betekenen deze Duitse vraagwoorden in het NL? wo/wann/wohin
A
waar/als/hoe
B
waar/wanneer/hoe
C
waar/wanneer/waarheen
Slide 14 - Quizvraag
Vind het juiste antwoord in NL:
Wohin geht die Reise?
A
Ik ga boodschappen doen.
B
Nee, ik heb geen interesse.
C
Ik reis deze zomer naar het buitenland.
D
Ich spreche kein Deutsch.
Slide 15 - Quizvraag
Vind het juiste antwoord in het Duits.
Was ist das?
A
Ich bade jetzt.
B
Es ist ein Bild.
C
Ich habe keine Ahnung.
D
Ist mir doch egal.
Slide 16 - Quizvraag
--> Wat zeg je?
1. ________________
2. ________________
3. ________________
Was
sagst
du
?
Slide 17 - Sleepvraag
Hausaufgaben
Huiswerk:
Teil E,
Übung 19, 20 (Seite 43)
Übung 22 (Seite 44)
Slide 18 - Tekstslide
Was habt ihr heute gelernt?
Jullie leren de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken.
De herhaling van de werkwoorden sein, haben
Jullie kunnen de vraagwoorden in het Duits benoemen.
Slide 19 - Tekstslide
Afsluiting
Habt ihr noch Fragen?
Als de timer loopt, kunnen jullie inpakken.
timer
1:00
Slide 20 - Tekstslide
Bis zum nächsten Mal
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Fragewörter und sich vorstellen
Januari 2023
- Les met
14 slides
Duits
MBO
Studiejaar 3
Vmbo les 7 kpe Trabitour
November 2021
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
K2 - Lesson - UP - haben und sein, Fragewörter, du/Sie
November 2022
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2,3
Wiederholung Kapitel 1
November 2022
- Les met
40 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Up2b 14-10-2021 sich vorstellen Klassenarbeit
Oktober 2021
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
A2b 26.10. Wh. Hilfsverben, Fragewörter
Oktober 2021
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
22/9 HAVO 2 hoofdstuk 1 Fragewörter (vraagwoorden) en haben en sein
September 2022
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, havo, vwo
Leerjaar 1
Fragen stellen
December 2023
- Les met
22 slides
Duits
MBO
Studiejaar 2