6.4 Voedselverwerking

• Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Verzorging Hoofdstuk: 6.4
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check + Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van verzorging en open deze op blz. 137

Huiswerk controle. 

2. Lesdoel

Aan het einde van de les weet je:

- Wat samengestelde producten zijn

- Wat de voedingsmiddelen industrie doet 

- Hoe besmet voedsel voorkomen kan worden

- Wat voedsel conserveren is

- Wat het verschil tussen natuurlijke- en kunstmatige hulpstoffen is. 

Mini-check + Arrangementen 

Verdiept --> 8 of hoger: Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check.

Vrijwel alle voedingsmiddelen komen van de landbouw.

1. Juist
2. Onjuist

De voedingsmiddelenindustrie zorgt ervoor dat planten, dieren of delen ervan bewerkt worden.

1. Juist
2. Onjuist

Bij conserveren kan je voedsel bederven.

1. Juist
2. Onjuist

Voorbeelden van conserveermiddelen zijn suiker, zuur en zout.

1. Juist
2. Onjuist

Wie maakt wat

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt 6.4 opdracht 23 t/m 25 op blz 147 t/m 149.

De rest doet mee met de instructie. 

Samengestelde producten= voedingsmiddelen die zijn samengesteld uit verschillende grondstoffen

bijvoorbeeld tomatensoep

Ingredienten= water, vlees, tomaten

Waar komt onze voeding vandaan?

• Landbouw = akkerbouw, veeteelt, tuinbouw
  
• akkerbouw+ tuinbouw---> voedingsgewassen
• veeteelt-----> dieren
• visserij-----> vissen ( schelp-en schaaldieren)

Voedingsmiddelenindustrie

Besmetting door bacterien en schimmels voorkomen

• houden aan regels voedselhygiene
• speciale kleding dragen

Behandelen zodat het niet bederft

Conserveermiddelen

Bacterien en schimmels kunnen hier niet tegen!

Hulpstoffen (additieven) 

• Natuurlijke hulpstoffen= afkomstig van planten en dieren

bv rode biet en karmijnzuur

• Kunstmatige hulpstoffen= in de fabriek gemaakt
• Veilige hulpstoffen hebben een E-nummer

Kleurstoffen (uiterlijk)

Smaakstoffen (smaak)

Conserveermiddelen (houdbaarheid) 

5. Begeleid inoefenen

Had je geen vragen goed bij de mini-check?

Dan maak je samen met mij opdracht 23.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig 6.4 opdracht 23 t/m 25 op blz 147 t/m 149

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je in stilte wat voor jezelf doen

7. Evaluatie 

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

Weet je:

- Wat samengestelde producten zijn?

- Wat de voedingsmiddelen industrie doet?

- Hoe besmet voedsel voorkomen kan worden?

- Wat voedsel conserveren is?

- Wat het verschil tussen natuurlijke- en kunstmatige hulpstoffen is?

Huiswerk

Huiswerk:

Dinsdag 5 juli 

6.4 opdracht 23 t/m 25