Th 2: voeding en vertering, B7: Voedselbewerking

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Planning

• Bespreken huiswerk
• Nakijken huiswerk (+- 10 minuten)
• Uitleg B7
• Starten met je huiswerk

Thema 2

Voeding en vertering

B7: Voedselverwerking

Th2: Voeding en vertering

Doelstelling

• Je kunt aangeven wat de rol van de voedingsmiddelenindustrie is 
• Je kunt manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd
• Je kunt aangeven welke informatie op de verpakking van voedingsmiddelen moet staan en je kunt uitleggen van die informatie betekend

Wat doen schimmels en bacteriën (reducenten) in de natuur?

1. Ze doen helemaal niets
2. Ze eten van de planten
3. Ze breken de dode resten van planten en dieren af

Hoe kun je voorkomen dat bacteriën en schimmels voedsel gaan bederven?

Kunnen schimmels en bacteriën ook nuttig zijn? Leg uit!

Opdracht:

Maak een samenvatting/overzicht over de werking van enzymen (5 minuten)

De voedingsmiddelenindustrie

Planten, dieren of delen daarvan worden bewerkt tot voedingsmiddelen

• Landbouw, veeteelt en visserij zorgen voor planten en dieren
• De planten en dieren worden gewassen, gesneden, gekookt, ingevroren en/of verpakt

De voedingsmiddelenindustrie

Samengestelde producten: voedingsmiddelen die bestaan uit verschillende grondstoffen

Bijvoorbeeld: koekjes, milka oreo

Conserveren van voedsel

Voedsel zo bewerken dat het langer houdbaar is

• De omstandigheden worden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt OF
• Er worden hulpstoffen aan toegevoegd (conserveermiddelen, kleur-, geur- of smaakstoffen)

Pastueriseren

•  bv:  verse melk

• de melk wordt verhit tot 72 graden
• veel micro-organismen gaan dood
  

Alcohol

• Bv: Bier en wijn

• Door de alcohol worden micro-organismen gedood

Steriliseren

• Bv: Lang houdbare melk 

• de melk wordt een tijdje verhit op 130-140 graden
• alle micro-organismen gaan dood

Conserverings-middelen

• Zuur

• Te zuur voor de micro-organismen om in te leven

Conserverings-middelen

• Suiker

• Te veel suiker voor de micro-organismen om in te leven
  

Conserverings-middelen 

• Bv: Olijven
• 
  
• Zout

• Te zout, daar kunnen geen micro-organismen in leven
  

Vacuum

• Koffie
• Er is geen lucht, dus de micro-organismen kunnen er niet leven (ook geen water)
  

Drogen 

• Cup a soup, rozijnen
  

• er is geen water, dus micro-organismen kunnen er niet leven
  

Invriezen

• Bv: Vissticks
• 
  
• Bacteriën en schimmels kunnen niet groeien als het te koud (vriest) is 

levensvoorwaarden micro-organismen

• Lucht (zuurstof)
• Water

Hulpstoffen (conserveringsmiddelen)

Stoffen die worden toegevoegd om producten langer houdbaar of aantrekkelijker te maken.

• Natuurlijke conserveermiddelen: afkomstig van planten of dieren
• Kunstmatige conserveringsmiddelen: worden gemaakt in de fabriek

Noteer 3 dingen die je deze les hebt geleerd

Waar heb je nog een vraag over?

Informatie op een etiket

Huiswerk

Verplicht:

Maken B7

Leren tm B6

Vrijwillig:

Maken samenvatting B1