Les 9 Herhalingsles hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1 
herhaling
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 
herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Organisatie tijd
Boek en pen op tafel
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Lees moment
Lees sowieso paragraaf 1.1 helemaal door.
Ga daarna door met de overige paragrafen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling staatsinrichting
- Luxemburgse kwestie
-Rechten Eerste en Tweede Kamer
-Pacificatie van 1917
-Kenmerken rechtsstaat
-Partijen en partijleiders
-Verzuiling

Slide 4 - Tekstslide

Willem I, II en III
Wie heeft de macht?
1815-1840 Willem I    veel macht
1840-1849 Willem II  door grondwet van 1848 minder macht
1849-1890 Willem III volgt zijn vader paar maanden na de
                                           grondswetswijziging op

Slide 5 - Tekstslide

Grondwet van Thorbecke
Willem III (1849-1890)
  • Willem III volgt in 1849 Willem II op.
  • Hij is het oneens met de nieuwe grondwet.
  • Hij wil regeren zoals Willem I dat kon.

Slide 6 - Tekstslide

Luxemburgse Kwestie 1867
  • Willem III was groothertog van Luxemburg. 
  • Willem III wil het land aan Frankrijk verkopen. Overlegt niet met het parlement!! 

Slide 7 - Tekstslide

Luxemburgse Kwestie



    Pruisen is boos en wil niet dat Luxemburg naar Frankrijk gaat. Ze dreigen zelfs met oorlog. 
    Uiteindelijk wordt Luxemburg onafhankelijk. 



      Slide 8 - Tekstslide

      de Luxemburgse kwestie
      Koning wil Luxemburg verkopen zonder toestemming van het parlement
      Ministers moeten opstappen maar weigeren
      Koning stuurt het parlement weg
      nieuw parlement vindt ook dat ministers moeten opstappen
      Parlement is nu echt de baas in Nederland

      Slide 9 - Tekstslide

      Caoutchouc-artikel
      1887



      • De 'rubberen regel' komt in de Grondwet, waarbij het kiesrecht wordt gegeven aan volwassen mannen 'die daarvoor geschikt zijn'.
      • Dat klinkt vaag, en dat was ook de bedoeling: de eisen konden steeds worden verlaagd. Aan deze 'rubberen' flexibiliteit dankt het artikel haar naam.

      Slide 10 - Tekstslide

      Nederland steeds democratischer
      1848 censuskiesrecht, ±12% van de mannen
      1887 caoutchouc-artikel, ± 25% van de mannen
      1917 algemeen kiesrecht mannen, passief kiesrecht vrouwen
      1919 algemeen kiesrecht vrouwen  

      1919 24 jaar en ouder
      1965 21 jaar en ouder
      1983 18 jaar en ouder

      Slide 11 - Tekstslide

      Politieke stromingen
      • Socialisme: gelijkheid, opkomen voor de armen
      • Liberalisme: vrijheid
      • Confessionalisme : protestant en katholiek
        --> christelijk

      Slide 12 - Tekstslide

      Leiders
      Socialisten: Troelstra
      Liberalen: Thorbecke
      Katholieken: Schaepman
      Protestanten: Kuyper

      Slide 13 - Tekstslide

      Wie wil wat?
      Socialisten: algemeen kiesrecht
      Confessionelen: geld voor bijzondere scholen

      Slide 14 - Tekstslide

      Caoutchouc artikel werd ingevoerd in:
      A
      1848
      B
      1887
      C
      1914
      D
      1918

      Slide 15 - Quizvraag

      Caoutchouc artikel heeft als gevolg dat:
      A
      Iedereen mag stemmen
      B
      Alle mannen mogen stemmen
      C
      De kiesdrempel steeds lager wordt
      D
      Er rubber ingevoerd wordt vanuit Indie

      Slide 16 - Quizvraag

      Hoeveel procent van de mannen mocht in 1888 stemmen voor de Tweede Kamer?
      A
      10%
      B
      20%
      C
      25%
      D
      50%

      Slide 17 - Quizvraag

      Welke twee problemen speelden er in de Nederlandse politiek rond 1900?

      Slide 18 - Open vraag

      Pacificatie van 1917
      • Pacificatie = vrede
      • In 1917 worden de twee grote problemen opgelost
      • Schoolstrijd: bijzonder onderwijs krijgt nu ook subsidie
      • Kiesrechtkwestie: algemeen kiesrecht wordt ingevoerd

      Slide 19 - Tekstslide

      Welke twee groepen steunen elkaar in 1917?

      Slide 20 - Open vraag

      Pauze momentje
      timer
      4:00

      Slide 21 - Tekstslide

      Wie was koning van Nederland tijdens het Revolutiejaar?
      A
      Lodewijk Napoleon
      B
      Willem I
      C
      Willem II
      D
      Willem III

      Slide 22 - Quizvraag

      Welke koning is vorst tijdens de Luxemburgse Kwestie?
      A
      Willem I
      B
      Willem II
      C
      Willem III
      D
      Willem-Alexander

      Slide 23 - Quizvraag

      Wie kan gezegd hebben: "Mijn vader had Thorbecke nooit die grondwet moeten laten schrijven"
      A
      Thorbecke
      B
      Willem I
      C
      Willem II
      D
      Willem III

      Slide 24 - Quizvraag

      Welk land wilde Luxemburg kopen in 1867?
      A
      Duitsland
      B
      Frankrijk
      C
      Nederland

      Slide 25 - Quizvraag

      de kwestie Luxemburg ging over:
      A
      onschendbaarheid van de koning
      B
      het recht van initiatief
      C
      het recht van amendement
      D
      ministeriële verantwoording

      Slide 26 - Quizvraag

      Rechten Tweede Kamer
      • Recht van enquête:
      • Recht van interpellatie:
      • Recht van budget:
      • Recht van amendement:
      • Recht van initiatief:

      Slide 27 - Tekstslide

      Rechten Eerste Kamer
      • Recht van enquête
      • Recht van interpellatie
      • Recht van budget

      Slide 28 - Tekstslide

      Slide 29 - Tekstslide

      Welke rechten hebben zowel de Eerste als de Tweede Kamer?
      A
      recht van enquête recht van begroting
      B
      recht van initiatief recht van begroting
      C
      recht van amendement recht van enquête
      D
      recht van amendement recht van initiatief

      Slide 30 - Quizvraag

      Recht van amendement
      A
      Recht om een wetsvoorstel te wijzigen
      B
      Recht om zelf een wetsvoorstel in te dienen.

      Slide 31 - Quizvraag

      Wat is géén taak van de Eerste Kamer?
      A
      Recht van budget
      B
      Recht van enquete
      C
      recht van amendement
      D
      recht van interpellatie

      Slide 32 - Quizvraag

      Het recht een minister ter verantwoording te roepen heet:
      A
      het recht van initiatief
      B
      het recht van interpellatie
      C
      het budget recht
      D
      het recht om een motie in te dienen

      Slide 33 - Quizvraag

      Jaartallen uit deze les
      • 1849 Koning Willem III
      • 1867 Luxemburgse kwestie
      • 1887 Caoutchouc-artikel
      • 1917 Pacificatie: einde schoolstrijd en kiesrechtkwestie

      Slide 34 - Tekstslide

      Oefenvragen

      Maak de oefenvragen op het stencil (van hfdst 1 en 2)
      timer
      10:00
      timer
      15:00

      Slide 35 - Tekstslide