3.4 Het klimaat in Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

3.4 Het klimaat     in Nederland

Leerdoelen

• Je weet dat land en zee het klimaat beïnvloeden.
• Je begrijpt waardoor Nederland een gematigd zeeklimaat heeft.
• Je kunt verklaren waarom het in de zomer in Nederland koeler is dan in Berlijn en in de winter warmer. 

Nederland heeft een zeeklimaat:

WANT Nederland ligt tussen 50o en 54o NB

naar het zuiden wordt het... WARMER

naar het noorden wordt het... KOUDER 

Op de grafiek zie je dat er het hele jaar neerslag valt in Nederland. In de zomer is dit minder. 

De grafiek is van het jaar 2018, het was toen heel warm in Nederland, zie je dit op de grafiek? 

Landen die op dezelfde breedte liggen kunnen dus een ander klimaat hebben. 

Dichtbij de zee, heb je een zeeklimaat, ga je verder het land in op dezelfde breedte dan heb je een landklimaat

Nederland heeft een zeeklimaat. Wat is hier géén reden voor?

1. de breedteligging
2. de ligging aan zee
3. de ligging op het land
4. de overheersende westenwind

In Nederland hebben we een zeeklimaat door de invloed van de zee. 

In Nederland hebben we een overheersende westenwind, daardoor is het in de zomer vaak koel. Komt de wind uit het oosten in de zomer dan wordt het warm, en in de winter juist kouder. 

Wat betekent 'overheersend' als we het over overheersende wind hebben?

1. komt weinig voor
2. komt het meest voor
3. komt niet voor
4. komt alleen maar voor

Wat betekent 'aanlandige wind'?

1. Wind vanuit het noorden
2. Wind uit het zuiden
3. Wind die vanaf zee waait
4. Frontale regen

Als er een aflandige wind staat in de zomer is het...?

1. kouder
2. warmer
3. hetzelfde als altijd
4. natter

Wat kunnen de gevolgen zijn van klimaatverandering in Nederland?

Waardoor is het in de zomer in Berlijn warmer dan in Nederland?

                      Huiswerk

-Je maakt de opdracht die klaar staat in classroom over weercodes 

-Ben je daar mee klaar, lever de opdracht in. Daarna maak je 3.4 helemaal

Hoe: in tweetallen (naaste buur)

Tijd: tot eind van de les

Vragen: hand op steken