SE Solo, Mavo 3

SE Solo
deeltaak ... Mavo 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SE Solo
deeltaak ... Mavo 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een Solo en een Monoloog?

Slide 2 - Open vraag

Monoloog
> Gesprek dat iemand in zijn eentje uitvoert.
> Tekst voor een persoon
> Toneel
> Mono: Grieks > monos > één of alleenleen
> Loog: Grieks > logos > idee of woordwoord/idee

Slide 3 - Tekstslide

Solo
> Opvoering door een persoon.
> Dit kan een monoloog zijn, maar ook bijvoorbeeld stil- of fysiek spel.
> In alle kunstdisciplines heb je solisten.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht SE Solo
Je gaat deze deeltaak een solo maken vanuit een personage die jou leuk lijkt om te spelen. 

Het mag een personage zijn die ver van je afstaat, maar je kan ook jezelf als uitgangspunt gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Authentiek spel
Deze deeltaak gaat het ook om authentiek spel. Ik moet je geloven, met je spel/verhaal mee gaan. Hiervoor gebruik je "echt" materiaal als uitgangspunt. 
Dat kan een eigen verhaal zijn, iets wat je zelf hebt meegemaakt. 
Maar dat kan ook het verhaal van iemand anders zijn. Een bekende, zoals een vriend of familielid. 
Zelfs van een vreemde, waar je wat van hebt opgezocht. ( een verhaal uit de krant, dagboek van anne frank etc)

Slide 6 - Tekstslide

Geloofwaardigheid
Bij authentiek spel is geloofwaardigheid alles.
Ik moet je geloven!

Spelconcentratie en keuze in spelgegevens kunnen daarbij helpen.

Slide 7 - Tekstslide

 Stap 1: Het Personage
Bedenk een personage. Een rolbiografie geeft je als speler meer achtergrondinformatie om je personage ook echt goed te begrijpen voordat je in zijn/haar huid kruipt.

Het uitschrijven van een rolbiografie kan je helpen.

Slide 8 - Tekstslide

Rolbiografie
Wat staat er in een rolbiografie? 

  • Feitelijke informatie: het verleden (geboorteplaats, adres, jeugd, opleiding etc.), het heden (burgerlijke staat, positie, relaties, hobbies ) 
  • Karaktereigenschappen : karaktereigenschappen, soort temperament, onzekerheden, levensvisie, levensverwachting en dromen.
  • Fysieke eigenschappen: houding, gebaar, mimiek, tempo, evt tics, stem, groot of klein etc. van de te spelen personage.

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2: De Transformatie
Het in de huid kruipen van het door jou bedachte personage. 

Je gaat onderzoeken hoe je het personage het beste tot zijn/haar recht kan laten komen. 

In spel  en in het uiterlijk, hierin laat je je leiden door de gemaakte keuzes in je rolbiografie.

Slide 10 - Tekstslide

Acteerwerk
De rol biografie geeft van te voren vorm aan het personage:

Opvoeding, trauma/verleden, karaktereigenschappen en aangeboren "bijzonderheden" geven motieven voor het handelen/gedrag van het personage. 

Gedrag: 
Hoe reageert iemand en welke reden zit daarachter? 
Wat wil iemand bereiken en wat doet hij daarvoor? 


Slide 11 - Tekstslide

Stap 3: Thema
Welk onderwerp/ thema wil je in jouw solo aansnijden?

Slide 12 - Tekstslide

Stap 4: Theatrale middelen
Je hebt je personage, je hebt een thema, maar hoe ga je dat vormgeven tot een SOLO?
Je werkt je theatrale middelen uit.


Slide 13 - Tekstslide

Theatrale middelen

- spelgegevens
- materiële vormgevingsmiddelen
- enscenering
Theatrale middelen

Slide 14 - Tekstslide

Spelgegevens:
oftewel, de 5 W's:

Wie > Rol
Wat > Actie/ verhaal
Waar > Ruimte/plaats
Wanneer > Tijd
Waarom > Motief

Slide 15 - Tekstslide


7
Materiële vormgevings-middelen


Decor 
Rekwisieten / attributen
Kostuums 
Kap en grime
Licht
Muziek (geluidseffecten)
Audiovisueel (beeld)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is enscenering?
"In scène zetten"
Je maakt gebruik van: mise-en-scène  ( plaatsing op het podium, ten op zichte van elkaar en de vormgeving)
en
de vormgeving van het stuk.

Slide 17 - Tekstslide

Stap 5: Repeteren 
Je hebt alle ingredienten voor je solo uitgedacht. Je personage, de inhoud en de vorm. Dan is het nu een kwestie van uitproberen en perfectioneren. 
> Wat wil je op het publiek overbrengen?  ( bijvoorbeeld: brok in de keel, irritatie, lachen, schrik?)
> Welke ( theater- en/of kunst-) vorm gebruik je daarbij?
> Doorbreek je wel of niet de vierde wand? 


Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden
Bekijk de volgende voorbeelden. 

Wat haal je er uit voor je eigen solo?

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

0

Slide 22 - Video

0

Slide 23 - Video

0

Slide 24 - Video

SOLO
  • Duur 1-3 minuten
  • Duidelijk personage
  • Helder onderwerp/verhaal
  • Je brengt iets bij het publiek teweeg

Slide 25 - Tekstslide