In de wand van het darmkanaal zitten spieren, deze zorgen ervoor dat voedsel door darmkanaal vooruit gaat, van mond tot kont met peristaltischebewegingen
Slide 16 - Tekstslide
Mondholte, keelholte en slokdarm
De vertering van voedsel begint in je mondholte
gebit -> kauwen
speekselklieren -> speeksel
Door te slikken komt voedsel via de keelholte terecht in de slokdarm
Slide 17 - Tekstslide
Neusholte wordt afgesloten met de huig
Luchtpijp wordt afgesloten met het strotklepje
Slide 18 - Tekstslide
Maag
Door de peristaltiek van de slokdarm wordt voedsel naar de maag geduwd
Maag kneed voedsel met maagsap
Het voedsel blijft een paar uur in de maag
zoutzuur doodt bacteriën
Slide 19 - Tekstslide
De maagportier laat kleine hoeveelheden voedsel door naar de twaalfvingerige darm
Slide 20 - Tekstslide
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier
Twaalfvingerige darm = eerste deel van de dunne darm
gal (aangemaakt in de lever) verdeelt grote vetdruppels in kleinere = emulgeren
alvleessap -> vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten
Slide 21 - Tekstslide
Dunne darm
Opname van voedingsstoffen en verteringsproducten in het bloed via de darmwand
Darmplooien en darmvlokken vergroten de oppervlak -> opname van stoffen gaat sneller
Slide 22 - Tekstslide
Dikke darm en endeldarm
Onverteerde voedselresten komen vanuit de dunne darm terecht in de dikke darm
voedselbrij wordt ingedikt
tijdelijke opslag in de endeldarm
ontlasting verlaat het lichaam via de anus
Slide 23 - Tekstslide
B5 - Gezonde voeding
Groen: vitaminen
Geel: vetten
Roze: eiwitten
Oranje: koolhydraten
Blauw: water
Slide 24 - Tekstslide
Voedingsmiddelen en energie
Bijna alle voedingsmiddelen bevatten energie.
Een bevat meer energie dan een
De hoeveelheid energie wordt aangegeven in de kCal
Slide 25 - Tekstslide
Energiebehoefte is afhankelijk van inspanning, grootte van de persoon, leeftijd en geslacht