Maken:
Opdracht 7, blz. 51 (Zet een kruisje in de juiste kolom. Is het een mannelijk, vrouwelijk of een het-woord en een persoon of dier)
Opdracht 8, blz. 52
(zoek in een woordenboek of online het juiste lidwoord van de Duitse woorden op met de Nederlandse vertaling erachter)
Leren: Woordjes Lektion 2 op blz. 85 van NL-DU en DU-NL
(Leer ze door herhaaldelijk op te schrijven!!!!!)