17-02 Spelling PVTT PVVT VD

• Nederlands
• MBO
• Middelbare school
• Studiejaar 2

WELKOM

3 Kader

Welkom bij Nederlands!

Programma

• Eerst even dit.....
• lezen 10 min
• herhaling instructie PVTT en PVVT
• doornemen inf en vd
• aan de slag! 

Als je wilt deelnemen aan de les...

• Op tijd in het lokaal
• Telefoon in je tas
• Niet eten of drinken
•  Laptop opgeladen bij je
• Nu Nederlands 2e editie 2F 1-jarige licentie bestellen

lezen

Herhaling pv tt en pv vt

• Wat is een persoonsvorm?

Herhaling pv tt en pv vt

• Wat is een persoonsvorm?

 Het werkwoord dat van vorm verandert als je:

- de tijdsproef doet

Herhaling pv tt en pv vt

• Wat is een persoonsvorm?

 Het werkwoord dat van vorm verandert als je:

- de tijdsproef doet

- de getalsproef doet

Herhaling pv tt en pv vt

• Wat is een persoonsvorm?

 Het werkwoord dat van vorm verandert als je:

- de tijdsproef doet

- de getalsproef doet

- een vraagzin maakt, de pv komt dan vooraan.

Joris gaat altijd met de fiets naar voetbaltraining.
Wat is de PV?

1. Joris
2. fiets
3. gaat
4. training

Annemiek woont al jaren in Frankrijk.
PV?

1. jaren
2. Frankrijk
3. Annemiek
4. woont

Hebben jullie ook wel eens een blikje bier gekocht?
PV?

1. gekocht
2. hebben
3. jullie
4. bier

Marianne mag elke dag een blikje Red Bull kopen.

1. mag
2. dag
3. blikje
4. kopen

Bert zwemt drie keer in de week.

1. Week (Weken)
2. zwemt (zwemmen)
3. Bert
4. keer (keren)

Joran heeft wel eens een twee voor wiskunde gehaald.
PV?

1. Joran
2. heeft
3. gehaald
4. twee

PV VT

• Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
• Hoe maak je die ook alweer? 

enkelvoud PVTT ik	enkelvoud PVTT jij/hij/zij /het	meervoud PVTT wij, jullie, zij
ik-vorm (hele ww -en) woon verf antwoord	ik-vorm +t woont verft antwoordt	hele werkwoord (infinitief) wonen verven antwoorden

1. Straks ... je mijn teamgenoten het nieuwe trainingsschema aan.(aanbieden)

Het ... al sinds vanochtend zeven uur (sneeuwen).

Een goede kok ... zijn eten tijdens het koken (proeven).

PV VT

• ik-vorm +te                                  ik fietste

                        +de                                 jij/hij/zij/het woonde

• ik-vorm +ten                               wij maakten

                        +den                              wij/julliezij verfden

Wanneer d, wanneer t? Gebruik de letters van het 

                                             sexy fokschaap

PV VT

de(n) of te(n)?

Let op 't ex kofschip!

Pascal (verplaatsen) de goederen naar de andere kant van het magazijn.

1. verplaatsde
2. verplaatste

De studenten (hoeven) het tentamen niet opnieuw te maken.

1. hoeften
2. hoefden

PV VT

• De toeschouwers .... naar de voetballers op het veld (schreeuwen).
• Voor het winkelcentrum .... een jongen een bushokje (bekladden).
• Uiteindelijk .... de voorzitter dat het voorstel was afgewezen (beslissen).

De studenten hoefden het tentamen niet opnieuw te maken.
Wat is het infinitief?

1. studenten
2. tentamen
3. hoefden
4. maken

voltooid deelwoord (vd)

Gaat altijd samen met een PV, 

gevormd door        hebben, zijn of worden.

Let op: -d of -t   

                                      't ex-kofschip.

1. Heb jij de schoolregels al eens goed bestudeerd?
Wat is hier het vd?

1. heb
2. schoolregels
3. goed
4. bestudeerd

2. Fietsen die buiten de rekken geplaatst zijn, zullen worden verwijderd.

1. fietsen
2. rekken
3. verwijderd
4. geplaatst

4. Onze hond heeft het bot, dat hij van de slager heeft (krijgen), direct in de tuin naast de grafen van de begraafplaats (graven).

Aan de slag!

• Extra oefenen? Ga naar: www.ikschrijfbeter.nl 

              Aan de slag!

                 oefeningen 23 t/m 28

                 werkwoordspelling