Wiskunde hoofdstuk 4 (paragraaf 2, omtrek berekenen)

Omtrek en oppervlakte
                                                                   Nieuwe informatie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Omtrek en oppervlakte
                                                                   Nieuwe informatie

Slide 1 - Tekstslide

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
  • Je kan ergens omheen meten! Oftewel, OMHEEN lopen
  • Voorbeelden in je huis 

Slide 3 - Tekstslide

Formule OMTREK:
lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek

Slide 4 - Tekstslide

Omtrek betekent
A
De omtrek bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De omtrek van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de
omtrek?
A
200
B
58
C
62
D
60

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de omtrek van dit figuur?
A
34 m
B
64 m
C
44 m
D
48 m

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
A
60m
B
59m
C
72m
D
62m

Slide 8 - Quizvraag

Zijn er nog vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag..
 Maken opdr. 21 t/m rekenbreak, dit is van blz. 149 t/m 151, foto sturen en nakijken.

Slide 10 - Tekstslide