ProcentRekenen

Wat betekent procent?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat betekent procent?

Slide 1 - Tekstslide

5 van de 100 is hoeveel in procenten?
A
50%
B
25%
C
20%
D
5%

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel procent is een kwart?
A
25%
B
41%
C
0,25%
D
250%

Slide 3 - Quizvraag

Wat heb je altijd nodig bij het berekenen van procenten?
A
een verhoudingstabel/ procententabel
B
een grafiek

Slide 4 - Quizvraag

✍ Een stoel kost €299. Je krijgt 16% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
Wat zet je linksboven in de tabel?
A
100
B
299
C
50
D
16

Slide 5 - Quizvraag

✍ Een stoel kost €299. Je krijgt 16% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
Wat zet je linkonder in de tabel?
100                       
        
A
100
B
299
C
50
D
16

Slide 6 - Quizvraag

✍ Een stoel kost €299. Je krijgt 16% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
Wat zet je rechtsboven in de tabel?
100                       

299           
A
1
B
x
C
1,6
D
16

Slide 7 - Quizvraag

✍ Een stoel kost €299. Je krijgt 16% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
Wat zet je tussen de 100 en de 16?
100                       16

299           
A
x
B
1
C
niks
D
100

Slide 8 - Quizvraag

✍ Een stoel kost €299. Je krijgt 16% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
Wat zet je onder de 1?
100          1           16

299           
A
x
B
1
C
niks
D
100

Slide 9 - Quizvraag

✍ Een stoel kost €299. Je krijgt 16% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
Hoe bereken je nu het aantal korting?
100          1           16

299           x
A
299 delen door 100 keer 16
B
Dat weet ik niet
C
100 delen door 299 keer 16
D
16 delen door 100 keer 299.

Slide 10 - Quizvraag

Een ketting kost 100 euro. Dit wordt volgend jaar met 10% duurder.
Hoeveel is 10% van 100 euro?

Slide 11 - Open vraag

Een ketting kost 100 euro. Dit wordt volgend jaar met 10% duurder.
Hoeveel is de nieuwe prijs?

Slide 12 - Open vraag


Slide 13 - Open vraag