Les 'leidinggeven' H3 (werkoverleg en vergaderingen)

Welkom
- 'Leidinggeven lunch'
- Komende 2 periodes
- Boek FD FLK 2
- Periode 1 & 2 > theorie + EXAMENS
- Periode 3  > HERKANSING

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
- 'Leidinggeven lunch'
- Komende 2 periodes
- Boek FD FLK 2
- Periode 1 & 2 > theorie + EXAMENS
- Periode 3  > HERKANSING

Slide 1 - Tekstslide

Les 
Wat gaan we doen?
Periode 1 > Theorie
Periode 2 > Theorie + examens
 



Slide 2 - Tekstslide

Profieldeel P2-K2

P2-K2-W1  : Begeleidt en stuurt lerende medewerkers aan
P2- K2-W2: Plant en verdeelt werkzaamheden
P2-K2-W3 : Voert gesprekken met medewerkers

Slide 3 - Tekstslide

Doelstellingen H3
Na behandeling van dit hoofdstuk:

  • Ken je de kenmerken van een vergadering;
  • Weet je de verschillen tussen vergaderingen;
  • Kun je een vergadering voorbereiden als voorzitter;
  • Kun je een vergadering leiden;
  • Kun je actief deelnemen aan een vergadering;
  • Kun je notulen maken van een vergadering. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat wordt er besproken tijdens een werkoverleg?

Slide 5 - Open vraag

Waarom is het wel/ niet belangrijk dat er regelmatig werkoverleggen zijn?

Slide 6 - Open vraag

Zelfstandig lezen H3, blz 63 t/m 75 

Slide 7 - Tekstslide

Soorten vergaderingen

Werkoverleg:
     Regelmatig overleg tussen medewerkers en leidinggevende.
Managementteamvergadering:
     Regelmatig overleg tussen leidinggevenden en directie.

Slide 8 - Tekstslide

Maken opdracht 3.02 en 3.03

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken van een vergadering:


  • Formeel en altijd op afspraak
  • Uitnodiging met tijden en bijbehorende locatie
  • Agenda met planning
  • Voorzitter en deelnemers
  • Notulen, actie- besluitlijst
  • Vergaderdoelen vooraf vastgesteld

Slide 10 - Tekstslide

Werkoverleg

Voorbereiding van het werkoverleg
  1. Omschrijf het doel van de bijeenkomst
  2. Zorg voor de juiste faciliteiten
  3. Bepaal de deelnemers voor het overleg
  4. Stel een agenda op
  5. Verslaglegging

Slide 11 - Tekstslide

Vergaderdoelen

  • Brainstormend
  • Informatief en motiverend
  • Adviserende
  • Probleemoplossend
  • Besluitvormend
  • Evaluerend
  • Instruerend

Slide 12 - Tekstslide

Duidelijke structuur van een vergadering
Onderdelen van een raamagenda:
  •  Opening en agendabepaling
  •  Bespreking notulen vorige vergadering
  •  Ingekomen stukken en mededelingen
  •  Themabespreking
  •  W.V.T.T.K. (wat verder ter tafel komt)
  •  Rondvraag
  •  Sluiting

Slide 13 - Tekstslide

Goede notulen met actie- en besluitenlijst

  • Kop
  • Datum
  • Plaats
  • Aan- en afwezigen
  • Notulen zelf
  • Volgt de raamagenda
  • Elk agendapunt is een apart stukje
  • Afsluiting notulen
Actie- en besluitenlijst

Slide 14 - Tekstslide

Rollen werkoverleg

1 = voorzitter -> agenda maken, leiden,

2 = notulist -> notuleren = opschrijven wat er gezegd wordt.

* notulen = het geschreven document

3= deelnemer -> luisteren, mening

geven, uitleg vragen en meedenken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Werkoverleg

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Opdracht 3.11 in groepjes

Slide 19 - Tekstslide

Een overleg bij het kopieerapparaat is een voorbeeld van een ..... werkoverleg
A
Formeel
B
Informeel

Slide 20 - Quizvraag

Een werkoverleg met een agenda is een voorbeeld van een ..... werkoverleg
A
Formeel
B
Informeel

Slide 21 - Quizvraag

Een agenda maken hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer

Slide 22 - Quizvraag

Afspraken noteren hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer

Slide 23 - Quizvraag

Luisteren hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer

Slide 24 - Quizvraag

Het werkoverleg leiden hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het nut van een besluiten- en actielijst?
(meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Dat iedereen kan en mag doen waar hij zin in heeft.
B
Taken worden daardoor dubbel uitgevoerd.
C
Dan weet iedereen wat hij moet doen.
D
Taken worden daardoor niet dubbel uitgevoerd.

Slide 26 - Quizvraag