Werkwoordspelling pvtt en pvvt

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom! 

De les gaat vandaag over:
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
- Persoonsvorm verleden tijd (pvvt) 

Leerdoelen

• Je leert het verschil tussen de persoonsvorm tegenwoordige tijd en de persoonsvorm verleden tijd. 
  
  
• Je kent de regels voor de persoonsvormen.  
  
  
• Je kunt de persoonsvormen op de juiste manier schrijven. 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

theorie 86 blz. 257-258

- Ik-vorm + t 
- Stam: hele werkwoord –en -->Voorbeeld: gebeur, verv, verhuiz, word, loop

-  Controle: maken/lopen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Hij word + t                                >  hij loopt 
wordt je moeder                     >  loopt je moeder 
Hij geloof + t                             > hij loopt 
wordt je broer                          > loopt je broer 
Het gebeur + t                          > het loopt 
word jij                                        > loop jij 

Het ... (gebeuren) regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
Noteer op je bordje A/B/C/D, duidelijk te lezen en netjes

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt
4. gebeurdde

De docent (beoordelen) ons op onze kennis van werkwoordspelling.
Noteer op je bordje A/B/C/D

1. beoordeeld
2. beoordeelt
3. beoordeeldt
4. beoordelen

Controle

- Geen 'd' in het werkwoord? Ook geen 'd' aan het einde van het werkwoord. 
Denk aan: gebeuren, verven, regenen 
> gebeurt / verft /  regent 

- dt komt alleen voor als de ik-vorm eindigt op -d 
Denk aan: worden, vinden, branden, verbranden, verzenden 
> wordt, vindt, brandt, verbrandt, verzendt 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd Engelse werkwoorden

- Die schrijf je hetzelfde als in het Nederlands

- Uitzondering: uitspraak ‘e’
* Racen > rac  > hij ract (kan dus niet!) > racet
* Stalken > stalk > hij stalkt (kan prima) 

- Googelen > hij googelt 
- Recyclen > hij recyclet 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd Engelse werkwoorden

theorie 87 blz. 258

Uitspraak ‘ll’
> Volleybal > hij volleybalt > Nederlandse uitspraak
> Baseball > hij baseballt  > Engelse uitspraak 
> Paintball > hij paintballt  > Engelse uitspraak 

- Joggen > hij jogt (Nederlands) > hij mokt 

Zij (gamen) de hele tijd.
Noteer op je bordje A/B/C/D

1. gamt
2. gamet
3. gamd
4. gamed

Hij (lunchen) om 12.30 vandaag.

1. luncht
2. lunchd
3. lunchet
4. lunched

Hij (timen) dit echt niet goed.

1. timt
2. timet
3. timd
4. timed

Persoonsvorm verleden tijd 

theorie 86 blz. 257-258

GEEN relatie met tegenwoordige tijd! 
Totaal andere regels 

Wat is de laatste letter van de stam van het werkwoord verven?

1. v
2. f

Persoonsvorm verleden tijd 

-  Sterk/zwak

- ik-vorm + te/de

- `t ex-kofschip> Ja? +te                                 Nee? + de
Hij verfte/verfde              Hij verhuiste/verhuisde            Het gebeurte/gebeurde 

- Klinker? + de > waaide / zwaaide / roeide 

Controle

Eindigt de stam op een -d? > Dubbel -d > verbrandde 
Eindigt de stam op een -t? > Dubbel -t > wachtte 
Eindigt de stam op een klinker? > -de > waaide 
Eindigt de stam op een andere letter? > - `t ex-kofschip 

NOOIT -dt in de verleden tijd > werdt kennen we DUS niet. 

verleden tijd van: raden
Noteer op je bordje A/B/C/D

1. raade
2. raden
3. raadde
4. raadt

De verleden tijd van hij vindt is:

1. Hij vond
2. Hij vondt
3. Hij vinde
4. Hij vindde

Ondanks de verkoudheid (hoesten) hij bijna niet.

1. hoeste
2. hoestde
3. hoestte
4. hoestten

Afgelopen weken ... we veel tijd aan werkwoordspelling.

1. besteden
2. besteede
3. besteedden
4. besteeden

Wat is de verleden tijd van willen?

1. wou
2. wilde

Persoonsvorm verleden tijd Engelse werkwoorden 

- Zelfde regels 

- Let weer op de uitspraak. (e, ll etc.) 

Hij (lunchen-vt)

1. lunchte
2. lunchde
3. lunchtte
4. lunchdde

Zij (barbecueën-vt)

1. barbecuedde
2. barbecuede
3. barbecuete
4. barbecuette

Zet in de verleden tijd:
Zij (managen) dit helemaal verkeerd.

1. managen
2. managte
3. managde
4. managede

Hier gaat het vaak helemaal mis....

Tegenwoordige tijd van kanoën.

1. kanoët
2. kanot
3. kanoot
4. kanoëd

Zijn er nog vragen?
Zo ja, wat is je vraag?

Ik heb de uitleg:

1. niet begrepen
2. beetje begrepen
3. goed begrepen
4. heel goed begrepen