1.3 Kernbegrippen bij maatschappijleer

1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoelen
  • Terugblik
  • Wat zijn waarden en normen: uitleg + filmpje
  • Werkboek

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: koppel de binding aan het juiste voorbeeld.
Economische binding
kennisbinding
politieke binding
gevoels-
binding
Je belt een vriend.


Je ontvangt salaris bij de Jumbo
Je rijdt over het fietspad naar school
Je doet mee aan de training

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is sociale cohesie?
A
Dat mensen andere mensen in de gaten houden
B
De samenhang in de samenleving, hoe mensen met elkaar omgaan.
C
Dat iedereen goed met elkaar omgaat
D
Dat iedereen niet goed met elkaar omgaat

Slide 5 - Quizvraag

Polarisatie betekent:
A
Dat er steeds meer Polen komen
B
Het bewust uitvergroten van verschillen tussen groepen
C
Dat mensen dezelfde belangen hebben
D
Saamhorigheid

Slide 6 - Quizvraag

Waarden
Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
Voorbeelden hiervan zijn:
  1. Gezondheid.
  2. Status.
  3. Vrijheid.
  4. Familie.
  5. Discipline.


Slide 7 - Tekstslide

Welke waarde heb jij meegekregen van thuis?

Slide 8 - Open vraag

Normen
Opvattingen / regels over hoe je je op grond van waarden behoort te gedragen.
Let op! Normen horen altijd bij een bepaalde waarde!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Welke norm hoort bij de waarde familie?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Noem twee verschillende waarden en normen
uit het filmpje. Hoe verschillen de andere landen
van mening over het gebruik van wiet?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Tekstslide


Eerlijkheid.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 16 - Quizvraag


Elkaar een hand geven.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 17 - Quizvraag


Op tijd komen voor een afspraak.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 18 - Quizvraag


Gelijkheid.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 19 - Quizvraag


Een oude mevrouw helpen met oversteken.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 20 - Quizvraag


Niet op je mobiel tijdens de les.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 21 - Quizvraag


Vriendelijkheid.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 22 - Quizvraag


Geen rommel op straat gooien.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 23 - Quizvraag


Respect.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 24 - Quizvraag

Terugblik koppel de foto aan het juiste begrip
Waarde
Norm
gezondheid

Slide 25 - Sleepvraag

Huiswerk

  • Maken vraag 1 t/m 9 van paragraaf 1.3










Slide 26 - Tekstslide

1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer

Slide 27 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoelen
  • Terugblik
  • Wat zijn waarden en normen: uitleg + filmpje
  • Werkboek

Slide 28 - Tekstslide

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

Slide 29 - Tekstslide

Terugblik koppel de foto aan het juiste begrip
Waarde
Norm
gezondheid

Slide 30 - Sleepvraag


Geen rommel op straat gooien.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 31 - Quizvraag


Respect.
Opdracht 1: Waarde of norm? 
A
norm
B
waarde

Slide 32 - Quizvraag

Belang
Het voordeel dat iemand ergens bij heeft

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Noem een belang wat je
als scholier hebt:

Slide 35 - Woordweb

Hoe kan je anderen beinvloeden?
  • Macht : Het vermogen om het gedrag of het denken
    van anderen te beïnvloeden.
  • Machtsmiddelen: Middelen waarmee je het gedrag
    van anderen kunt beïnvloeden.


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

Slide 43 - Tekstslide

Welk machtsmiddel wordt bij iedere afbeelding ingezet?
Functie/beroep
kennis
aanzien/status
overtuiging
geld
media
geweld
invloedrijke mensen

Slide 44 - Sleepvraag

Slide 45 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid

Slide 46 - Tekstslide

Huiswerk

  • klassikaal bespreken opdracht 9 en 14
  • maken par 1.3  wb blz. 8-11/tb blz. 12 en 13 










Slide 47 - Tekstslide

Quiz
https://jeopardylabs.com/play/actualiteit-zomer-2023-4

Slide 48 - Tekstslide