Examentraining validiteit betrouwbaarheid

Examentraining
Validiteit
Betrouwbaarheid
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Examentraining
Validiteit
Betrouwbaarheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid:
Bij betrouwbaarheid gaat het om hoe consistent een methode iets meet. Hierbij is het van belang dat de uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact dezelfde wijze nog een keer uitvoert (reproduceert of repliceert).
"Geen toevallige fouten"

Validiteit:
Bij validiteit gaat het om de vraag of de resultaten uit het onderzoek wel juist zijn en of je op basis hiervan harde conclusies kunt trekken. Zo corresponderen de resultaten van een valide onderzoek met de werkelijke eigenschappen, fenomenen en variaties in de fysieke en sociale wereld.
"Meet ik wat ik moet meten?"

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld:

Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien en benadert daartoe op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum rechtstreeks een aantal respondenten met de vraag of zij zich hieraan weleens schuldig maken. De vraag leidt telkens tot hetzelfde antwoord: de overgrote meerderheid van de respondenten zegt dit niet te doen. Toch blijkt aan het einde van de middag de straat vol te liggen met kauwgomresten, papiertjes, stokjes, blikjes en plastic bekers. De respondenten hebben slechts sociaal wenselijke antwoorden gegeven toen hun op de man af werd gevraagd of zij weleens rommel op straat gooiden. De kans is groot dat de enquête, wanneer ze werd herhaald, opnieuw tot dezelfde resultaten zou leiden; in die zin is het een betrouwbaar instrument. Maar het onderzoek is niet ............, omdat het geen antwoord geeft op de gestelde onderzoeksvraag.
Betrouwbaar of valide?

Slide 4 - Tekstslide

juist antwoord: Valide, er wordt niet gemeten wat je zou willen. Het sociaal gewenste antwoord wordt gegeven, niet het echte.
Nog een voorbeeld:

Op de afdeling Neonatologie van een ziekenhuis meet men de lichaamstemperatuur van pasgeboren baby’s. Daarbij wordt gebruikgemaakt van vijf oude thermometers, die een afwijking hebben tot twee graden Celsius gemiddeld. In dat geval is het meetinstrument niet ................. en kan het ziekenhuis beter andere thermometers kopen. De uitslagen zullen bij herhaling wel telkens rond een verwachte waarde bewegen (van twee graden onder de werkelijke temperatuur tot twee graden erboven), maar de uitslagen zijn niet ................. genoeg om er uitspraken op te baseren.
Betrouwbaar of valide?

Slide 5 - Tekstslide

het meetinstrument is niet betrouwbaar. de manier waarop is het wel. 
havo 2021
tijdvak 1

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerdere watermonsters zorgen voor hogere (1) en unieke nucleotidevolgorde zorgt voor een hoge (2)
A
(1) en (2) = betrouwbaarheid
B
(1) = betrouwbaarheid (2) = validiteit
C
(1) = validiteit (2) = betrouwbaarheid
D
(1) en (2) = validiteit

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

havo 2018
tijdvak 1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heeft tekortkoming 1 te maken met het bepalen van de betrouwbaarheid of van de validiteit
van het onderzoek? En tekortkoming 2?
A
(1) en (2) = betrouwbaarheid
B
(1) = betrouwbaarheid (2) = validiteit
C
(1) = validiteit (2) = betrouwbaarheid
D
(1) en (2) = validiteit

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vwo 2021
tijdvak 2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermindert aspect 1 de betrouwbaarheid of de validiteit van het onderzoek? En aspect 2?
A
(1) en (2) = betrouwbaarheid
B
(1) = betrouwbaarheid (2) = validiteit
C
(1) = validiteit (2) = betrouwbaarheid
D
(1) en (2) = validiteit

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies