Ne B1 - les 65 - Hoe herken je meningen en argumenten in een tekst?

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Startklaar
Telefoon in je Zakkie, Zakkie in je tas!​
Jas uit + spullen op tafel: Chromebook, lesboek, JdW-map en etui.​
NUMO Nederlands maken.​
Huiswerk bespreken/les starten.


Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma
- Wat gaan we leren?
Les 65 - Hoe herken je meningen en argumenten in een tekst?
- Samen starten
- Instructie
- Zelfstandig werken
- Nabespreken/huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen
Los of aan elkaar

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze voor glazen die bedoeld zijn voor rode wijn?
A
rode wijn glazen
B
rode-wijnglazen
C
rode-wijnglazen
D
rodewijnglazen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe schrijf je het samengestelde woord voor een netwerk van computers?
A
computernetwerk
B
computer-netwerk
C
computer-net werk
D
computer netwerk

Slide 7 - Quizvraag

Hoe schrijf je het samengestelde woord voor een klein konijn dat een dwerg is?
A
dwerg konijn
B
dwerg-konijn
C
dwergkonijn
D
dwerg-konijn

Slide 8 - Quizvraag

Hoe schrijf je het samengestelde woord voor iemand die professioneel voetbalt?
A
prof-voetballer
B
profvoetballer
C
prof voetballer
D
prof-voet baller

Slide 9 - Quizvraag

Herhalen
Tussen-n

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een tussen-n in een samengesteld woord?
A
Als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en het meervoud eindigt op -en
B
Als het eerste deel geen meervoud heeft
C
Als het eerste deel uniek is
D
Altijd

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling volgens de tussen-n regel?
A
briefenbus
B
brievenbus
C
brievennbus
D
brievenbus

Slide 12 - Quizvraag

Herhalen
Tussenklanken

Slide 13 - Tekstslide

Hoe schrijf je het woord voor een voorwerp waar je eieren in plaatst?
A
eierdoppe
B
eierdope
C
eierdop
D
eierdopp

Slide 14 - Quizvraag

Welke tussenklank schrijf je bij het woord voor een steel van een bezem?
A
geen tussenklank
B
tussen-n
C
tussen-er
D
tussen-s

Slide 15 - Quizvraag

Hoe schrijf je het woord voor een voorwerp waar vogels in zitten?
A
vogelkooy
B
vogelkooi
C
vogelkoi
D
vogelkoy

Slide 16 - Quizvraag

Leerdoel
Les 65 - Hoe herken je meningen en argumenten in een tekst?

Je leert hoe je meningen en argumenten
herkent in een tekst.

Slide 17 - Tekstslide

Instructie 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
overtuigende tekst
betogende tekst
mening
argument

Slide 25 - Tekstslide

Woorden uit deze les
geval 
gewicht
gewoonlijk
gewoonte
gum

Slide 26 - Tekstslide

Samen maken
Maken opdracht 1 t/m 3, blz. 102

KLAAR? Lees de uitleg in BELANGRIJK.

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken opdracht 5 t/m 13, blz. 103 + 104

Maak met elk woord uit woorden uit deze les een zin waarbij duidelijk is wat de betekenis van het woord is.

KLAAR? Ga verder met NUMO

Slide 28 - Tekstslide

Nabespreking

Slide 29 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open vraag

Nabespreking

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 33 - Tekstslide