In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
Minor A2
Unidad 2
¡Qué descanso!
Slide 1 - Tekstslide
Unidad 2
Parte 1
Slide 2 - Tekstslide
¡Qué descanso!
lichaamsdelen benoemen
ziekteverschijnselen beschrijven
beschrijven op welke manier en in welke mate een handeling gebeurt
om medicijnen vragen bij de apoheek
gewoontes en situaties uit het verleden beschrijven
Slide 3 - Tekstslide
Gramática y vocabulario
¡Qué descanso!
lichaamsdelen
desmasiado, muy, bastante, poco
het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
Imperfecto
tijdsaanduidingen in het verleden (a los 16 años, en los años 80...)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Pag 19. Ejercicio 1
Lee el texto de la página
Slide 6 - Tekstslide
pag 20. Ejercicio 3
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Pag. 20 3b
3c. Posible diálogo entre Prudencio y su médico
Slide 9 - Tekstslide
4a. Sana, sana colita de rana
Slide 10 - Tekstslide
4b. ¿Qué compra en la farmacia?
Prudencio en la farmacia
Slide 11 - Tekstslide
5a/b ¿Qué te produce estrés?
Slide 12 - Woordweb
pag 22
Slide 13 - Tekstslide
Bijvoegelijnaamwoord of Bijwoord
Zie uitleg slide 16
Lee el texto "Volver a la 'spanish siesta' "
Slide 14 - Tekstslide
Adjetivo o adverbio
adjetivo = zegt iets over een zelfstandig naamwoord en richt zich naar dat zelfst.nw.
Por ejemplo: una casabonita
adverbio = zegt iets over een werkwoord (een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een hele zin en is onveranderlijk .)
Por ejemplo: Maluma cantabien/ estudiasuficientemente. (Maluma cantamuybien./Es una casa muybonita.)
Slide 15 - Tekstslide
Hoe maak je het bijwoord? TB p.125 en 126
Het bijwoord (adverbio) vorm je door uit te gaan van de vrouwelijke vorm van een bijv.nmw. (adjetivo) en daar -mente achter te zetten:
tranquilo tranquilamente
rápido rápidamente Let op; accenten blijven staan!
Eindigt een bijv.nmw. op een -e of medeklinker, dan komt -mente er direct achter:
agradable agradablemente
regular regularmente
Slide 16 - Tekstslide
¡Ojo!
onregelmatig: bueno-bien; malo-mal (adj-adv)
mucho en poco= bijv.nw én bijwoord
rápido en claro hebben 2 vormen als bijwoord: rápido/rápidamente en claro/claramente
TB nr. 6c p.22
WB oefening 12 p.21
Slide 17 - Tekstslide
En grupos
WB 1-12
Ejercicios importantes para practicar más tarde:
WB 8, 9b, 12b
Slide 18 - Tekstslide
Unidad 2
Parte 2
Slide 19 - Tekstslide
¡Qué descanso!
lichaamsdelen benoemen
ziekteverschijnselen beschrijven
beschrijven op welke manier en in welke mate een handeling gebeurt
om medicijnen vragen bij de apoheek
gewoontes en situaties uit het verleden beschrijven
Slide 20 - Tekstslide
Gramática y vocabulario
¡Qué descanso!
lichaamsdelen
desmasiado, muy, bastante, poco
het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
Imperfecto
tijdsaanduidingen in het verleden (a los 16 años, en los años 80...)
Slide 21 - Tekstslide
p 23 /7.Antes y ahora: el balneario de Mondariz
7a¿Has ido alguna vez a un balneario? ¿Por qué la gente va an un balneario?
7b Lea el texto
¿Qué palabras no conoces?
el paisaje, fuentes, disfrutar, época, el lugar, el lujo, la cura, bañarse, sobre todo, alojarse, ofrecer, exquisito, en la actualidad, la oferta de tiempo libre, pedir
Slide 22 - Tekstslide
El balneario
Slide 23 - Tekstslide
0
Slide 24 - Video
signaalwoorden imperfecto
Voorbeelden van signaalwoorden imperfecto:
antes = vroeger
cada día/semana/mes/año = elke dag/week/maand/jaar
todos los días = elke dag
siempre = altijd
normalmente = normaal gesproken
en los años '80 = in de jaren '80
cuando tenía... años = toen ik ... jaar oud was
cuando era pequeño/a = toen ik klein was
Slide 25 - Tekstslide
8a p.24
Escucha la entrevista con el director del balneario de Mondariz.
¿Antes u hoy?
Pista 9
Slide 26 - Tekstslide
TB nr.8a p.24
Escucha la entrevista con el director del balneario de Mondariz.
¿Antes u hoy?
sólo gente con dinero antes
público variado hoy
aguas medicinales antes y hoy
oferta deportiva hoy
problemas de estómago antes
dolores de espalda hoy
dolores de cabeza antes y hoy
Slide 27 - Tekstslide
¿Como eran las vacaciones en la playa en el siglo XIX?Pag. 24 Ejercicio 9