Hoe maak je een M&M s.o.

Hoe maak je een M&M s.o.
Wat je moet kunnen om zo goed mogelijk een s.o. te maken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe maak je een M&M s.o.
Wat je moet kunnen om zo goed mogelijk een s.o. te maken

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Hoe pak je een toetsvraag aan?
  •  Hoe werk ik met bronnen (tekst en plaatjes)
  • Oefenen
  • Hoe ga je leren voor een s.o.?

Slide 2 - Tekstslide

Geschiedenis = OUD
  • O = Omdat
  • U = Uitleg
  • D = Daarom 

Slide 3 - Tekstslide

Omdat
Je herhaalt de woorden van de vraag en zet er 'omdat...' achter.
Waren er meer mensen bij de jager-verzamelaarssamenleving of in een boerensamenleving? Leg uit.

Niet: Meer
Wel: Bij de eerste boerensamenleving waren meer mensen omdat er meer voedsel was voor mensen om te eten

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg
Je geeft iets meer uitleg dan één simpel antwoord. Je laat zien dat je het écht begrijpt.
De hunebedden werden gebouwd als grafkamers. Leg uit waarom alleen de rijke leden van de boerensamenleving in een hunebed werden begraven.

Niet: Ze waren belangrijker
Wel: Rijke boeren hadden meer macht en waren vaak leiders van de boerensamenleving, daarom begroeven de boeren hen op een speciale plek.

Slide 5 - Tekstslide

Daarom
Je eindigt je antwoord met 'daarom...' als een conclusie.
Bedenk een reden waarom boeren wél aardewerken potten maakten, maar jager-verzamelaars niet.
Niet: Ze hadden niks om het in te bewaren
Wel: De jager-verzamelaars hadden geen aardewerken potten, omdat zij alleen verzamelden wat ze nodig hadden. De boeren moesten hun graan ergens bewaren, daarom hadden de boeren wel aardewerken potten en de jager-verzamelaars niet.

Slide 6 - Tekstslide

Archeologen hebben iets gevonden diep onder de grond. Het is een hakbijl gemaakt van de kaak van een os (wilde koe).
Past deze vondst bij jager-verzamelaars of bij de eerste boeren? Leg je antwoord uit (gebruik OUD)

Slide 7 - Open vraag

Wat moet je NIET doen?
"Ze"
Als je in je antwoord "ze..." zegt, dan is het bijna altijd fout.

Voorbeeld:
Niet: De hunebedden waren moeilijk te maken omdat ze nog geen machines hadden
Wel: De hunebedden waren moeilijk te maken omdat de eerste boeren nog geen machines hadden

Slide 8 - Tekstslide

Wat moet je NIET doen?
"Toen"
Zeg geen "toen" als je niet duidelijk maakt over welke tijd.
Voorbeeld:
Niet: Ja, toen hadden ze die machines nog niet
Wel: In de tijd van de eerste boeren waren er nog geen machines

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan welke beeldelementen kun je het beste zien wat het verschil is tussen de jager-verzamelaars en de eerste boeren? Noem twee elementen.

Slide 11 - Open vraag

Hoe leer je voor een toets?

Slide 12 - Tekstslide

Wat past goed bij je?
  • Lezen: minder dan de helft van wat je leest blijft hangen!
  • Opschrijven: Schrijf op wat je al weet, en zoek op wat nog mist.
  • Uitleggen: Leg uit aan een ander wat je geleerd hebt (klasgenoot, ouders, broer/zus), want dan onthoudt je het goed.
  • Maak een samenvatting
  • Of maak een mindmap

Slide 13 - Tekstslide

Jagers en boeren

Slide 14 - Woordweb

Hoe ga jij leren voor het eerste s.o.?

Slide 15 - Open vraag