Infusie

Infusie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Infusie

Slide 1 - Tekstslide

Soorten infusie, sleep de juiste term naar de juiste foto
PICC lijn
Perifeer infuus
Centraal infuus

Slide 2 - Sleepvraag

Leerdoelen van deze les
  1. Je kunt minimaal 3 indicaties voor het inbrengen van vocht benoemen
  2. Je kunt minimaal 3 complicaties benoemen die zich kunnen voordoen bij infusietherapie
  3. Je kunt het verschil benoemen tussen een isotone, hypotone en hypertone vloeistof.
  4. Je kunt benoemen aan welke voorwaarden infuusvloeistof moet voldoen

Slide 3 - Tekstslide

Waaruit bestaat een compleet infuussysteem in elk geval?

Slide 4 - Open vraag

Infuuszak
Infuusslang
Bijspuitpunt
Druppelkamer
Rolregelklem

Slide 5 - Tekstslide

INFUSIE : HET ENTERAAL / PARENTERAAL TOEDIENEN VAN VLOEISTOFFEN

Bij patiënten die een infuus hebben schrijft de arts voor:

  • Welke infuusvloeistof gegeven moet worden
  • Hoeveel vloeistof moet worden gegeven
  • In hoeveel tijd.
  • Big handeling: bevoegd en bekwaam

Slide 6 - Tekstslide

Wat kan je intraveneus toedienen?

Slide 7 - Open vraag

Benoem indicaties voor toedienen van vocht

Slide 8 - Woordweb

-onvoldoende vochtopname (bij verwaarlozing of na een operatie);

-groot vochtverlies, door braken en/of diarree;

-bloedverlies, door een operatie of ongeluk;

-plasmaverlies, bijvoorbeeld bij brandwonden;

-koorts/sepsis

-medicatie iv toedienen

Slide 9 - Tekstslide

Noem complicaties bij het toedienen van infusie:

Slide 10 - Woordweb

Bij infusietherapie kunnen de volgende complicaties optreden:

*subcutaan inlopen van de vloeistof;
 *tromboflebitis;
 *lijninfecties;
 *sepsis;
 *overvulling van de circulatie;
 *luchtembolie;
 *allergische reacties.








Slide 11 - Tekstslide

Waar prik je een perifeer infuus?

Slide 12 - Open vraag

Waar mag je geen perifeer infuus prikken?

Slide 13 - Open vraag

Infuuspompen

Slide 14 - Tekstslide

Infuuspomp
Een infuuspomp is een type pomp die gebruikt wordt bij een infuus om de toediening en de toedieningssnelheid van een substantie (zoals bloedcellen, plasma, bloed, zout- en glucoseoplossingen en medicatie) te regelen.

Er zijn verschillende soorten pompen voor toediening van vloeistoffen uit spuiten, medicatiecassettes of infuuszakken.

Slide 15 - Tekstslide

Infuuspomp

Slide 16 - Tekstslide

Perfusor/spuitpomp
Continue, nauwkeurige en gelijkmatige toediening van geneesmiddelen (subcutaan / intraveneus / epiduraal / spinaal)






    


    

Slide 17 - Tekstslide

PCA pomp
Veelal bij pijnbestrijding en sedatie.
Pompen hebben vaak een bolusfunctie/knop

Slide 18 - Tekstslide

PCA/Spuitpomp
Spuitpomp met mogelijkheid PCA functie

Slide 19 - Tekstslide

CADD Solis

Geschikt voor pijnstilling, insuline etc.

Slide 20 - Tekstslide

Multiplex Infusie

Slide 21 - Tekstslide

Infuuspomp: wanneer wordt dit gebruikt?

Slide 22 - Open vraag

Voorbeelden
*Continue basis infuus 
*Bloedproducten
*Antibiotica
*TPV (Totaal Parenterale Voeding)
*Maagbeschermers
*Medicatie per gift, denk aan 4x daags AB
* Vocht geven met hoge snelheid


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Ga naar zorgpad en bekijk de overige filmpjes over:
het toedienen van intraveneuze medicatie

Slide 37 - Tekstslide

1. Een patiënt moet in 24 uur tijd een infuus krijgen van 1 liter 5% glucose.
Bij het gebruikte infuussysteem gaan er 20 druppels in een ml.

• Bereken de druppelsnelheid.
• De zorgvrager is bekend met hartfalen en de cardioloog besluit dat het infuus via een infuuspomp moet gaan. Op hoeveel ml/uur zet je de pomp?

Slide 38 - Tekstslide

1. Antwoord:
1liter= 1000ml=1000x20=20000 druppels.
24 uur = 24x60=1440 minuten.
Druppelsnelheid is 20000/1440= 13 á 14 druppels per minuut.
Pompstand: stand 42

Slide 39 - Tekstslide




Huiswerk: sommen maken, inleveren via teams voor 
26/9

Slide 40 - Tekstslide