- Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
- Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
- Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weten we al....
- Het bloed vervoert nuttige stoffen naar alle cellen.
- Afvalstoffen worden door het bloed afgevoerd.
- Een netwerk van bloedvaten bereikt alle plaatsen in je lichaam.
Slide 3 - Tekstslide
Het bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten.
Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten.
Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. De weg die het bloed door het lichaam aflegt, noem je de bloedsomloop.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Rode en blauwe bloedvaten
Rood betekent dat het bloed in de bloedvaten veel zuurstof bevat. Blauw betekent dat het bloed weinig zuurstof bevat.
Slide 6 - Tekstslide
De bloedvaten
- Het hart pompt het bloed in de slagaders. Door de slagaders stroomt het bloed naar de organen toe.
- In de organen vertakken de slagaders zich in steeds fijnere bloedvaten.
- De kleinste bloedvaatjes noem je haarvaten. De haarvaten komen weer samen in grotere bloedvaten: de aders. Door de aders stroomt het bloed terug naar het hart.
Slide 7 - Tekstslide
De namen van de bloedvaten
- Slagaders hebben meestal de naam van het orgaan waar ze naartoe lopen. Door de beenslagaders bijvoorbeeld stroomt bloed naar de benen toe.
- Aders hebben meestal de naam van het orgaan waar ze vandaan komen. Door de beenaders stroomt bloed uit de benen weg.
Slide 8 - Tekstslide
2 uitzonderingen
- De bloedvaten van en naar het hart hebben andere namen: onderste holle ader, bovenste holle ader en aorta.
- Nog een uitzondering is de poortader. Dit bloedvat vervoert bloed van de darmwand naar de lever.
Slide 9 - Tekstslide
Kleine bloedsomloop
Het hart is een dubbele pomp. De rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed weer terug naar het hart.
Dit deel van de bloedsomloop heet de kleine bloedsomloop
Slide 10 - Tekstslide
Grote bloedsomloop
Vanuit de kleine bloedsomloop komt het bloed in de linkerhelft van het hart. Deze harthelft pompt het bloed door de organen in het hele lichaam.
Vanuit de organen stroomt het bloed weer terug naar de rechterhelft van het hart.
Dit deel van de bloedsomloop heet de grote bloedsomloop.
Slide 11 - Tekstslide
Dubbele bloedsomloop
Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart. Daarom noem je de bloedsomloop bij mensen een dubbele bloedsomloop.
Slide 12 - Tekstslide
Slagaders
- Het hart pompt het bloed in de slagaders. Door de slagaders stroomt het bloed met kracht weg van het hart, naar de organen toe.
- Daardoor is de bloeddruk op de wand van slagaders hoog.
- De wanden van de slagaders zijn dik, gespierd en elastisch
Slide 13 - Tekstslide
Haarvaten
- De slagaders vertakken zich in de organen tot steeds kleinere bloedvaten. De wand van de bloedvaten wordt steeds dunner. - - De wand van de haarvaten bestaat uit maar één laag cellen.
- In de haarvaten neemt de bloeddruk sterk af. Door de dunne wand kan vocht de haarvaten verlaten naar de cellen toe.
Slide 14 - Tekstslide
Aders
- De haarvaten komen samen in aders. De bloeddruk in de aders is laag. De wanden van de aders zijn dunner en minder elastisch dan die van de slagaders. In de aders is geen hartslag meer voelbaar. De aders liggen meestal minder diep in het lichaam. Je kunt ze op je handen zien als blauwige strepen.
Slide 15 - Tekstslide
Kleppen
Het hart zuigt het bloed uit de aders terug. Veel aders bevatten kleppen, vooral de aders in armen en benen. Deze kleppen laten het bloed maar in één richting door. Zo helpen de kleppen mee om het bloed terug te voeren naar het hart. Ze voorkomen dat het bloed door de zwaartekracht terugstroomt naar de organen.