Politieke kinderverkiezing

De verkiezingen
De verkiezingen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

De verkiezingen
De verkiezingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud:
  1. Wat zijn de verkiezingen?
  2. Hoe werkt het in Nederland?
  3. De verschillende politieke partijen
  4. Stellingen / discussie
  5. Kinderstemwijzer
  6. Kinderverkiezingen
  7. Uitslag klassenverkiezing

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat zijn de verkiezingen?
1. Wat zijn de verkiezingen?
1848: Nederland wordt een parlementaire democratie
--> Johan Rudolph Thorbecke
--> Grondwetboek
--> Het volk kiest de bestuurders van het land.
--> Nederland heeft wel een koning of koningin
--> Eerst rijke mannen, daarna alle mannen,
       pas later alle vrouwen.

Slide 3 - Tekstslide

Buiten en binnen de politiek veranderde inmiddels snel de sfeer. In de tweede helft van de jaren 1840 broeide er iets. In heel Europa. Er braken in meerdere Europese landen hongersnoden uit.  ook Nederland werd getroffen. Honderdduizenden Europeanen emigreerden naar de Verenigde Staten. In tal van fabrieken brak er onrust uit. onder de industrieslaven: de arbeiders lieten steeds luider van zich horen. 
In heel Europa braken revoluties uit en toen in Nederland ook rellen ontstonden in Amsterdam en Den Haag greep Koning Willem II in. Om te voorkomen dat Nederland ook een burgeropstand kreeg, zorgde hij middels de grondwet van Thorbecke ervoor dat het volk meer macht kreeg en niet alleen de paar bestuurders en de koning zelf. 

https://media.nu.nl/m/0nvxo15aui8f_wd1280.jpg/tweede-kamerverkiezingen-ontdek-met-onze-kieswijzer-welke-partij-bij-je-past.jpg

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2. Hoe werkt het in Nederland?
Tweede Kamar
4 jaar
Eerste kamer
4 jaar
Provinciale staten
4 jaar
Waterschappen
4 jaar
Gemeenteraden
4 jaar
Europees Parlement
5 jaar

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende stappen:
--> Campagne voeren met standpunten
--> Lijsttrekker
--> Stempas in de brievenbus
--> Op 15, 16, 17 maart naar het stembureau
--> Formulier invullen en in de bus stoppen
--> Stemmen tellen
--> Partij met de meeste stemmen wint
--> Lijsttrekker van deze partij Minister-President
--> Verdelen zetels en vormen coalitie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Campagne voeren met standpunten
--> Posters
--> Reclame
--> Tv-programma's
--> Social Media
--> langsgaan

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijsttrekker

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stempas in de brievenbus
--> Corona: Mensen vanaf 70 via de post stemmen
--> Volmachtbewijs

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stembureau

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemformulier en in de bus stoppen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemmen tellen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Partij met de meeste stemmen wint

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijsttrekker van winnende partij Minister-President

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdelen zetels en vormen regering, coalitie en oppositie
--> Coalitie = Samenwerking
--> Oppositie = Alle leden van partijen buiten coalitie
--> Regering = Koning en alle gekozen ministers

Slide 18 - Tekstslide

Coalitie
De partij die na de verkiezingen de meeste stemmen heeft, mag als eerste de partijen uitkiezen met wie zij wil en kan samenwerken. Samen vormen zij een coalitie. Een coalitie bestaat uit zoveel kamerleden, dat ze een meerderheid van de 150 Kamerleden vormen. (Dus minimaal 76, maar meer mag altijd.)
Lukt dit, dan stellen zij een kabinet samen. Een kabinet bestaat uit de minister-president en ministers met verschillende taken en afdelingen. Deze nemen beslissingen over het land.

Oppositie
De oppositie bestaat uit alle leden van partijen die niet meedoen met de regering*. Zij zijn net zo belangrijk als de ministers. Ze stellen namelijk kritische vragen over de plannen van de ministers. Zo worden er geen grote fouten gemaakt. Soms lijkt dit meer op geruzie dan dat ze elkaar helpen om goede wetten te maken. Maar de politiek is ook een speciale manier van discussiëren. Uiteindelijk stemmen, binnen de kamer, 150 Kamerleden bij alle wetsvoorstellen. Een meerderheid van de 150 leden moet de plannen van het kabinet goedkeuren.
*Regering: de koning en alle uitgekozen ministers.
De verschillende politieke partijen
--> Stemwijzer
--> Standpunten
(Dia les 3 partijen)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen en discussie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

https://kinderstemwijzer.blinkwereld.nl/vragen.html#pp1_VVD=0&pp2_PVV=0&pp3_FVD=0&pp4_PVDA=0&pp5_PVDD=0&pp6_GL=0&pp7_D66=0&pp8_DENK=0&pp9_50PLUS=0&pp10_CU=0&pp11_SGP=0&pp12_SP=0&pp13_CDA=0&posAdd=10&negAdd=0&questionNumber=36&qTime=1200&highAdd=20&CSUM=1
Kinderverkiezingen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winnende partij in de klas
Nog vragen of opmerkingen?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel van de 150 zetels???
Hele 2e kamer
150
100%
PvdA
91
61%
PvdD
21
14%
D66
11
7%
Denk
4
3%
SGP
6
4%
Groen Links
11
7%
VVD
6
4%

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is er het meest op een man of vrouw gestemd?
Geslacht
Stemmen
Vrouw
17
Man
11

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies