VWO 4 Oefenen minortoets H3

Herhaling en oefening
Vandaag komen sommige belangrijke onderdelen van H3 wederom aan bod. 
Het is een interactieve les, dus je moet actief meedoen.

Let goed op, want je krijgt extra uitleg over lastige onderdelen van H3. 
Als je nog vragen hebt, dan kun je deze ook nu stellen.

We sluiten af met wat leertips.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling en oefening
Vandaag komen sommige belangrijke onderdelen van H3 wederom aan bod. 
Het is een interactieve les, dus je moet actief meedoen.

Let goed op, want je krijgt extra uitleg over lastige onderdelen van H3. 
Als je nog vragen hebt, dan kun je deze ook nu stellen.

We sluiten af met wat leertips.

Slide 1 - Tekstslide

Toetsstof AK - Minortoets Hoofdstuk 3
Op 27-11 is de toets. Deze zal gaan over H3 - par. 1 t/m 3.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is waar?
A
De zon straalt kortgolvige straling uit naar de aarde
B
De atmosfeer absorbeert veel kortgolvige straling
C
Langgolvige straling is erg compact,.
D
De aarde wordt opgewarmd van bovenaf

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk de bron goed

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel procent van de inkomende straling wordt door de aarde geabsorbeerd? Antwoord met alleen het getal.

Slide 5 - Open vraag

Broeikaseffect
Kortgolvige straling bereikt de atmosfeer. 69% wordt geabsorbeerd (aarde, wolken, stof) en 31% kaatst terug (albedo).

De door de aarde geabsorbeerde energie wordt omgezet in warmte, die de aarde vervolgens uitstraalt als langgolvige straling. Zo warmt de atmosfeer op, de broeikasgassen houden veel van deze warmte namelijk vast. 

Hoe meer broeikasgas, hoe meer opwarming: versterkt broeikaseffect!

Slide 6 - Tekstslide

Alles wat erin komt, gaat er weer uit. Op iedere dag neemt de aarde 69 eenheden energie op, en straalt er 69 uit. De rest is 'hergebruikte' warmte uit de atmosfeer.

Slide 7 - Tekstslide

Juist of onjuist: op hoge breedte is de invalshoek van de zon klein, waardoor het er koud is.

Slide 8 - Open vraag

De invalshoek van de zon heeft invloed op de temperatuur. 
Hoe schuiner de zonnestralen invallen, hoe kouder het is. De energie wordt verdeeld over een groter oppervlakte, zie bron.

Slide 9 - Tekstslide

In de tropen staat de zon hoog aan de hemel, met een grote invalshoek.
De vochtige lucht bij de evenaar wordt sterk opgewarmd en stijgt op.
Hoger in de atmosfeer koelt de lucht af, en de ITCZ ontstaat.

Wat is ook alweer de ITCZ?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is waar?
A
De ITCZ is een tropisch hogedrukgebied
B
De ITCZ hoort niet bij de atmosferische circulatie
C
Elk tropisch klimaat heeft een droog seizoen
D
De ITCZ staat in de zomer boven noorderbreedte

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Maak de juiste combinaties
Afwijking naar rechts
Afwijking naar links
Draaiing van de aarde
Zuidelijk halfrond
Noordelijk halfrond
Corioliseffect

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Video

Leren
- Lees de tekst van par. 3.1 t/m 3.3 goed door.
- Bestudeer de bronnen van de paragrafen, wat hebben ze te maken met de tekst en de begrippen?
- Begrippenkennis in je eigen woorden.
- Leerdoelen beantwoorden per paragraaf.
- Huiswerkopdrachten nog eens doornemen. 

Slide 15 - Tekstslide