les 2

  • Les devoirs - overhoren en nakijken
  • la grammaire - la négation
  • la prononciation
  • lire - lezen
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik beter zinnen maken in het Frans
  • weet ik weer hoe de ontkenning werkt
  • heb ik gewerkt aan de uitspraak
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • Les devoirs - overhoren en nakijken
  • la grammaire - la négation
  • la prononciation
  • lire - lezen
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik beter zinnen maken in het Frans
  • weet ik weer hoe de ontkenning werkt
  • heb ik gewerkt aan de uitspraak

Slide 1 - Tekstslide

Apprendre 1
Daarna: battle A2A - A2B
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Een simpele Franse zin vormen
onderwerp - werkwoord - rest

Je suis une fille, j'ai treize ans, j'habite à Delft.

De ontkenning toepassen

Maak deze zin ontkennend! Kijk of je buur dezelfde zin heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Een simpele Franse zin vormen
onderwerp - werkwoord - rest

De ontkenning toepassen

Je ne suis pas une fille, je n'ai pas treize ans, je n'habite pas à Delft.





Slide 4 - Tekstslide

Let op klinkerbotsing!!


j'ai seize ans
je n'ai pas seize ans

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Les devoirs
Exercices 3a et 4: page 89

Slide 7 - Tekstslide

La prononciation
e, é, è en ê



Slide 8 - Tekstslide

elf

Slide 9 - Tekstslide

één

Slide 10 - Tekstslide

la pronociation e, é, è, ê
Le thé est prêt. Il est très chaud.
Le père de Luc va à la fête.
C’est un champ de blé.
Quel est ton prénom déjà? 
 


Slide 11 - Tekstslide

Comment prononcer?
le
légère
de
décrire
me
très
la fête
que




est?

Slide 12 - Tekstslide

Comment prononcer?
le
légère
de
décrire
me
très
la fête
que




est?

Slide 13 - Tekstslide

La pronociation
er, ier, ez

Slide 14 - Tekstslide

La prononciation: er, ier, ez
Le verbe: parler
je parle
tu parles
il parle
nous parlons 
vous parlez
ils parlent
Le premier?

Slide 15 - Tekstslide

La prononciation: er, ier, ez
Le verbe: parler
je parle  (uh)
tu parles (uh)
il parle (uh)
nous parlons 
vous parlez
ils parlent (uh)
Le premier?
Maak aantekeningen voor vlog!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Les devoirs
Leren apprendre 1 en 2

(Af)maken exercices 5 en 6 blz 91, 92 en 93.

Slide 19 - Tekstslide