4H - Chapitre 4 - Leçon 2

Programme d'aujourd'hui 
  • Grammaire: La négation (exercices 10ab)
  • Feedback lettre informelle 1
  • tâches semaine 6
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programme d'aujourd'hui 
  • Grammaire: La négation (exercices 10ab)
  • Feedback lettre informelle 1
  • tâches semaine 6

Slide 1 - Tekstslide

Les objectifs d'apprentissage
Aan het eind van deze les kun je: 

  • de ontkenning toepassen (mondeling en schriftelijk) 
  • Je fouten verbeteren bij de schrijfvaardigheid


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je ontkenning in het Frans?

Slide 4 - Woordweb

Uit welke twee woorden bestaat de ontkenning "niet meer" in het Frans?
A
ne...plus
B
ne...rien
C
ne...pas
D
ne...personne

Slide 5 - Quizvraag

Maak deze zin ontkennend:
J'habite à Berchem.
A
Je ne habite pas à B.
B
Je n'habite jamais à B.
C
Je n'habite plus à B.
D
Je n'habite pas à B.

Slide 6 - Quizvraag

Antwoord met een ontkenning:
Tu aimes le sushi?
A
Non, je n'aime pas le sushi.
B
Non, tu n'aimes pas le sushi.
C
Non, j'aime pas le sushi.
D
Je ne comprends pas.

Slide 7 - Quizvraag

Antwoord met een ontkenning:
Tu vas souvent au fitness?
A
Non, je ne vais plus au fitness.
B
Non, je ne vais jamais au fitness.
C
Non, je ne vais pas souvent au fitness.
D
Non, tu ne vas jamais au fitness.

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord met een ontkenning:
Elle regarde la télévision?
Begin met: "Elle ne..."

Slide 9 - Open vraag

Antwoord met een ontkenning:
Sara habite à Hoboken?
Begin met: "Sara..."

Slide 10 - Open vraag

De ontkenning / La négation
ne / n'             +                pas
      (voor de pv)                    (achter de pv) 

ex: Nous ne parlons pas avec mes amis

Slide 11 - Tekstslide

Andere  ontkenningen

1. ne......plus  : niet meer
2. ne.....jamais : nooit
3. ne........rien : niets
4. ne......pas encore : nog niet

5. ne.....que : alleen maar (vwo)
6. ne......personne : niemand(vwo)


exemples:

1. Pierre ne mange plus de bonbons
2. Tu ne fais jamais de sport?
3. Hier, je n'ai rien fait!
4. Je n'ai pas encore appelé mon ami

5. Elles n'ont que des bonnes notes!
6. La dame ne voit personne à l'hôpital, 

Slide 12 - Tekstslide

Woorden vervangen!

encore (nog)   > ne ... plus (niet meer)
quelqu'un (iemand) > ne ... personne (niemand)
déjà (al) > ne ... pas encore (nog niet)
quelque chose (iets) > ne ... rien (niets)
tout (alles) > ne ... rien (niets)

Slide 13 - Tekstslide

La négation (de ontkenning) grammaire C
In het Frans gebruik je twee woorden voor een ontkenning. 

Hoe plaats je de ontkenning in de zin?
1. Zoek de persoonsvorm in de zin
2. Voor de persoonsvorm zet je "ne" (of "n'" als de pv met een klinker of stomme h begint)
3. Achter de persoonsvorm zet je de rest van de ontkenning "pas", "jamais", "rien", "plus" etc. 
bijv: - Je ne mange pas de viande 
          - Tu n'es jamais  à l'heure

Uitzondering: Ne.....personne:  Personne komt achter het hele gezegde
bijv: Ils n'ont vu personne


Slide 14 - Tekstslide

1. tu as déjà (al) fini?

2. tu as quelque chose (iets) pour moi?
3. tu vas souvent (vaak) jouer au foot?

4. tu vois quelqu'un? (iemand)
5. tu veux encore (nog) un café? 
6. tu veux marcher?
1. Non je n'ai pas encore (nog niet) fini
2. Non je n'ai rien (niets)pour toi

3. non, je ne vais jamais (nooit) jouer au foot
4. non je ne vois personne (niemand)
5. Non je ne veux plus de café
6. non, je ne veux pas marcher

Slide 15 - Tekstslide

ne ... rien
ne ... plus
ne ... jamais
ne ... pas encore
ne ... personne
nog niet
niet meer
niets
nooit
niemand

Slide 16 - Sleepvraag

Andere ontkenningen
  • ne... rien (niets)
  • ne ... jamais (nooit) 
  • ne ... plus (niet meer)
  • ne ... personne (niemand) 
  • ne ... aucun(e) (geen enkele) 
  • ne ... pas encore (nog niet)  

Slide 17 - Tekstslide

Attention
Bij wederkerende werkwoorden (voelen zich / se sentir) en bij zinnen met een persoonlijk voornaamwoord komt het voornaamwoord tussen ne en de pv

Ex: Je ne me sens pas bien.
Tu ne t'es pas douché? 
Nous ne nous somme pas préparé. 

Slide 18 - Tekstslide

Attention 
niemand = ne ... personne of personne ne
Als niemand lijdend voorwerp is, dan vertaal je dat met ne ... personne. Ne komt dan voor de pv, maar personne komt achter het hele gezegd (en niet achter de pv) 

Ex: Il n'a parlé avec personne cette semaine. 
Je n'aime personne dans ma classe.

Slide 19 - Tekstslide

Attention 
niemand = personne ne
Als niemand onderwerp is, dan vertaal je dat met "personne ne ..." Net als in het Nederlands.
Ex: Personne n'aime le prof de géographie.
Personne ne joue avec moi

Slide 20 - Tekstslide

Attention 
niets: rien ne / ne .... rien
Als niets onderwerp is, dan vertaal je dat met rien ne / n'

Ex: Rien ne m'interesse. 

Slide 21 - Tekstslide