Vrijheid

1 / 54
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Wat is 'vrijheid'?

Slide 3 - Open vraag

Vrijheid, de geschiedenis van een idee

Slide 4 - Tekstslide

Vrijheid bij de Grieken (Athene)
De Atheners "vinden het niet juist om elkaars slaven of meesters te zijn. Natuurlijke gelijkheid zorgt ervoor dat we gelijke rechten willen en alleen gehoorzamen op basis van iemands reputatie van goedheid en wijsheid."

Atheense redenaar, geciteerd door Plato

Slide 5 - Tekstslide

Pericles
De bestuursvorm van onze stad hebben we niet ontleend aan onze buursteden. Wijzelf zijn eerder een voorbeeld voor anderen, dan dat wij hen imiteren. In onze stad berust de macht niet bij weinigen, maar bij velen, en daarom wordt onze bestuursvorm “democratie” genoemd.
Voor de wet heeft iedereen dezelfde rechten als het gaat om onderlinge geschillen. En als we moeten bepalen wie het meest geschikt is om een openbaar ambt te vervullen, kijken we niet naar sociale klasse, maar vooral naar persoonlijke kwaliteit. … In vrijheid nemen wij deel aan het bestuur van de stad en in vrijheid staan wij tegenover elkaar in de dagelijkse omgang.

Thucydides II, 34-46 vertaling M.A. Schwartz


Slide 6 - Tekstslide

Vrijheid is het recht hebben om mee te kunnen beslissen.

Vrijheid is dus iets collectiefs. Iets wat wij samen bezitten. Vrijheid is 'democratisch' beslissingen nemen.

Slide 7 - Tekstslide

Plato
Kritiek op democratische vrijheid

  • democratische vrijheid leidt tot anarchie, anarchie tot tirannie. 

  • Gewone mensen zijn niet verstandig genoeg om op een verstandige manier om te gaan met vrijheid (intellectueel beperkt)

Slide 8 - Tekstslide

"Het democratische proces is als matrozen die aarzelen de leiding te accepteren van een kapitein die meer verstand heeft van navigeren en over andere essentiële vaardigheden beschikt dan zij. Maar de matrozen hebben geen idee hoe ze ergens naartoe moeten varen. 'Ze begrijpen niet dat een echte kapitein aandacht moet schenken aan weersomstandigheden, de hemel, de sterren, de winden en alles wat met zijn vak te maken heeft als hij daadwerkelijk zijn schip wil besturen. En ze geloven niet dat er überhaupt een vak bestaat dat hem in staat stelt het schip te besturen of dat het mogelijk is dat dit vermeende vak tegelijk et het vak van navigator te beheersen of uit te oefenen."

- Plato -

Slide 9 - Tekstslide

Een zilveren denarius geslagen in 126 v.C. om de invoering van geheime stemming te vieren.

Slide 10 - Tekstslide

"In een aristocratisch regime heeft het volk nauwelijks een aandeel in de vrijheid, aangezien ze geen enkele rol hebben in de gemeenschappelijke beraadslagingen en macht."

-- Cicero, de macht

Slide 11 - Tekstslide

'Koningen zijn goden' 
Droit divin (het goddelijk recht)

Een vorst ontvangt zijn macht direct van God en hij is alleen aan hem verantwoording schuldig. Zoals God het universum bestiert, zo dient de koning over zijn koninkrijk te regeren.



L’etat, cést moi (de staat, dat ben ik)

 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Vrijheid 'in relatie tot de staat' moet worden opgevat als "een regeringsvorm waarin het volk soevereine autoriteit heeft." Deze betekenis werd geïllustreerd door de voorbeeldzin: "zolang Rome van zijn vrijheid genoot."

-- Dictionnaire de l'Académie française, 1694

Slide 14 - Tekstslide

Vrijheid is van toepassing op "staten met volksbestuur en [verkozen] magistraten". Deze betekenis wordt geïllustreerd met de voorbeeldzin "De Grieken en Romeinen hebben lang gestreden voor hun vrijheid."

-- Antoine Furetiere, Dictionnaire universel, 1690

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Origineel Augustin Dupré, Libertas Americana 1783
John Archibald Woodside, we owe allegiance to no crown, ca. 1814

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Jean-Baptiste Regnault - La Liberté ou la Mort

Slide 19 - Tekstslide


Het begrip vrijheid wordt (door de revolutionairen) in de 18e eeuw nog altijd verbonden aan democratie (zelfbestuur)

Slide 20 - Tekstslide

Contrarevolutionairen 
Maar als iedereen vrij en gelijk is, wie is er dan koning?

  • Collectief bestuur leidt tot chaos (Plato)
  • Willen terug naar Ancien regime


Slide 21 - Tekstslide

Thomas Rowlandson The contrast (1792): "British liberty. French liberty. Which is best?"

Slide 22 - Tekstslide

Liberalen
  • Delen vrijheidsgedachte van de contrarevolutionairen
  • De wet, de rechtsstaat zorgt voor gelijkheid en vrijheid, niet participatie
  • Willen niet terug naar ancien regime

Vrijheid om het leven in te richten naar eigen voorkeur: economisch, religieus en politiek. Gelijkheid, privébezit en vrije markt. Bescherming tegen tirannie.

  wet = vrijheid = gelijkheid

Zijn liberalen voor een democratie? Nee

Slide 23 - Tekstslide

Jean Jaures, Histoire socialiste de la révolution française 1901-07
Het socialisme is de partij van de vrijheid, aangezien het socialisme tot doel heeft om "de soevereiniteit van allen te organiseren, zowel op politiek als op economisch gebied."

Slide 24 - Tekstslide

Socialisten
  • Vrijheid is participeren (democratie)
Vrijheid is de mogelijkheid hebben om mee te kunnen doen, op welk maatschappelijk vlak dan ook. Een voorwaarde om mee te kunnen doen is gelijkheid (economisch, sociaal)

gelijkheid = participeren = vrijheid

Slide 25 - Tekstslide

Isaiah Berlin, "Two Concepts of Liberty", 1958
Twee opvattingen van vrijheid

Negatieve
en positieve vrijheid

Slide 26 - Tekstslide

Negatieve vrijheid
De afwezigheid van invloeden van buitenaf

Je bent vrij op het moment dat anderen zich niet met jouw handelen bemoeien. Je niet beperken, je niet hinderen. We noemen dit negatieve vrijheid, niet omdat het iets slechts is, maar omdat het gaat om de afwezigheid van datgene jouw beperkt in je vrijheid.

vrijheid --> gelijkheid

Slide 27 - Tekstslide

Positieve vrijheid
De aanwezigheid van mogelijkheden tot...

Bij positieve vrijheid draait het om de “vrijheid tot het inzetten van je eigen vermogen”. Het is de aanwezigheid van keuzes om het eigen leven in te richten. Het is de vrijheid om te kunnen kiezen. 

gelijkheid --> vrijheid

uitgestelde vrijheid is ook positieve vrijheid

Slide 28 - Tekstslide

“Een bekend voorbeeld om het verschil aan te tonen tussen negatieve en positieve
vrijheid is dat van een gokverslaafde. Hij is vrij in negatieve zin, omdat niemand hem
dwingt om te gokken. Maar hij is niet vrij in positieve zin, omdat hij niet zelf kan
beslissen om te stoppen met gokken. Een bezwaar tegen vrijheid op de negatieve
manier bekijken, is dat je mensen met persoonlijke problemen aan hun lot over moet
laten. Een bezwaar tegen vrijheid op een positieve manier bekijken, is dat je voor
andere mensen gaat bepalen wat goed voor hen is, ook als zij dat zelf anders zien.”

Slide 29 - Tekstslide

opdrachtje

Slide 30 - Tekstslide

Welke vrijheidsopvatting spreekt je het meest aan?
Negatieve vrijheid
positieve vrijheid

Slide 31 - Poll

Welk vrijheidsidee heeft de meeste invloed gehad in Nederland na WOII
negatieve vrijheid
positieve vrijheid

Slide 32 - Poll


Liberale idee van vrijheid (lees negatieve vrijheid) wordt na WOII wel dominant in het denken over vrijheid in de westerse wereld.

Oorzaak?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Vrijheid binnen een maatschappij

Vrijheid voor gevorderden 

Slide 35 - Tekstslide

Wat verstaan we onder negatieve vrijheid en onder positieve vrijheid?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

with great power...

Slide 38 - Tekstslide

comes great responsiblities

Slide 39 - Tekstslide

Het schadebeginsel
"er is een grens aan de individuele vrijheid van een mens. Die eindigt wanneer wat hij met die vrijheid doet anderen schaadt."

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht
Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders over het algemeen erg tevreden zijn over hun eigen leven, maar dat ze zich steeds meer zorgen maken over hoe we met elkaar omgaan in Nederland.

Hoe is deze tegenstelling te verklaren?

Slide 42 - Tekstslide

uit onderzoek cultureel planbureau, 2017
Niet iedereen is even pessimistisch over de toekomst, zegt Putters: 'Hoogopgeleiden, mensen met een goede baan, vooral mannen, oordelen wat positiever dan mensen met een wat lagere opleiding en die wat onzekerder zijn over hun werk. De grootste verschillen bestaan tussen opleidingsniveau en etnische achtergrond.'

Opvallend detail: uit het onderzoek van het SCP kwam dat VVD'ers by far de gelukkigste mensen van Nederland zijn en de PVV'ers helemaal aan de andere kant staan. Putters: 'Mensen die zeggen op de VVD te stemmen zijn vaak wat hoger opgeleid en hebben een goede positie op de arbeidsmarkt. De gemiddelde kiezer die aangeeft op de PVV te stemmen, is juist onzekerder over de toekomst en maakt zich daar heel kwaad om.'

Slide 43 - Tekstslide

De PVV hecht van alle partijen het meest aan negatieve vrijheid. Ze wil het meest vrij zijn van regels, belastingen, Europa, vluchtelingen, Marokkanen, enzovoorts

Slide 44 - Tekstslide

De belofte van negatieve vrijheid
Het lijkt erop dat de gemiddelde PVV stemmer dus vooral uit is op een zo groot mogelijke negatieve vrijheid.

Het probleem zijn de anderen.
 De afwezigheid van anderen (bemoeienis van anderen) zal mijn leven beter maken.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Verslaafd aan negatieve vrijheid
De "dikke" ikke
  • De wereld om mij heen zie ik als de boze buitenwereld
  • Niemand luistert naar mij, ze pakken alleen maar mijn vrijheid af
  • Ik ben teleurgesteld in anderen, ik voel me niet gerespecteerd en vertrouw alleen mezelf
  • Ik richt mij daarom vooral op mezelf, van anderen valt weinig te verwachten. 
  • Daarom doe ik wat ik wil, ongeacht de gevolgen (schadebeginsel) voor anderen.
  • Het is 'mijn' vrijheid!

Slide 47 - Tekstslide

De 'valse' belofte van negatieve vrijheid


Het recht van de sterkste (of rijkste, of slimste)

Slide 48 - Tekstslide


Dus positieve vrijheid is beter?

Slide 49 - Tekstslide

Ehmm... niet per se.


Slide 50 - Tekstslide


Het gevaar van een te grote positieve vrijheid is dat anderen voor ons gaan bepalen wat goed is. Daar zit een gevaar in...

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Vrijheid botst, welke definitie we ook aan het woord geven. Dat komt omdat vrijheid altijd plaatsvindt in de relatie tot anderen. Mijn vrijheid kan ten koste gaan van die van jou. Omgaan met vrijheid is dus niet vrijblijvend. Het vraagt om verantwoordelijkheid. Voor jezelf, maar ook voor anderen. 

Vrijheid is balanceren op een dun koord, en dat is verrekte moeilijk.

Slide 53 - Tekstslide

Willen we in vrijheid leven, dan zullen we moeten accepteren dat er grenzen zijn aan onze vrijheid.

De vraag voor de toekomst is dan ook niet 'hoe zien we vrijheid?' en 'hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze vrijheid zo groot mogelijk wordt?'

De vraag is: ben ik bereid verantwoordelijkheid te nemen, voor mezelf en voor anderen?

Mocht het antwoord op deze vraag 'nee' zijn, zelfs dan is er hoop. Maar dat de volgende keer.

Slide 54 - Tekstslide