Proeftoets hfst 6 Welvaart wereldwijd

Proeftoets
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Proeftoets

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer spreken we van welvaart?
A
Als de inwoners in van hun behoeften kunnen voorzien
B
Als de inwoners van een land gelukkig zijn
C
Als de inwoners van een land genoeg te eten hebben
D
Als de prijzen van artikelen in een land erg hoog zijn

Slide 2 - Quizvraag

Welk kenmerk van een ontwikkelingsland hoort niet thuis in dit rijtje?
A
Veel werkloosheid
B
Ondervoeding
C
Analfabetisme
D
Veel grondstoffen om te gebruiken

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een monocultuur?
A
Per man 1 vrouw
B
Afhankelijk van 1 of slechts enkele producten
C
Veel voorraad
D
Meer export dan import

Slide 4 - Quizvraag

Maak de zin af:
In ontwikkelingslanden is het inkomen per hoofd van de bevolking
A
laag
B
hoog
C
niet te zeggen
D
voor iedereen hetzelfde

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een ruilvoet?
A
Van ruilen komt huilen
B
Ziekte aan je voeten omdat je te hard moet werken
C
De verhouding tussen de prijs van export- en importproducten
D
De prijs die ontwikkelingslanden krijgen voor hun producten

Slide 6 - Quizvraag

Welke oorzaak hoort niet thuis in dit rijtje bij oorzaken onderontwikkeling?
A
slecht onderwijs
B
slechte infrastructuur
C
geen protectiemaatregelen
D
grote schulden

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort niet thuis in het rijtje infrastructuur?
A
wegen
B
havens
C
internet
D
huizen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een vicieuze cirkel?
A
Iets onzichtbaars
B
Oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem
C
Cirkel die ronddraait
D
Mensen in ontwikkelingslanden leven in armoede

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een microkrediet?
A
Lening die je niet behoeft terug te betalen
B
Lening van de overheid
C
Kleine lening aan kleine ondernemers
D
Je kan iets kopen zonder terug te betalen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is structurele hulp?
A
Hulp die erop gericht is de oorzaken echt aan te pakken
B
Hulp bij een aardbeving of andere ramp
C
Hulp die niet nodig is
D
Hulp door het geven van geld

Slide 11 - Quizvraag

Wat is gebonden hulp
A
hulp waar je nooit meer vanaf komt
B
hulp waar je niets aan hebt
C
hulp waar je niets voor hoeft te doen
D
hulp biedend land stelt voorwaarden aan de hulp

Slide 12 - Quizvraag

Wat is fairtrade?
A
een eerlijke prijs voor producten
B
ruilhandel
C
de oogst is mislukt
D
handel in verboden producten

Slide 13 - Quizvraag

India heeft een bevolking van 1250 miljoen inwoners. Het nationaal inkomen is 1990 miljard. Bereken inkomen per hoofd v.d. bevolking.
A
1603
B
1592
C
1276
D
112

Slide 14 - Quizvraag

Paragraaf 6.1
Berekening
Inkomen per hoofd van de bevolking =
nationaal inkomen ÷ aantal inwoners

Slide 15 - Tekstslide

Bereken het gemiddelde microkrediet: Totaal leningen €992.508. Aantal ondernemers 6424.
A
0.006
B
148,75
C
496.254
D
154,50

Slide 16 - Quizvraag