Advertenties en hoofdgedachte

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃
1 / 18
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Advertenties en hoofdgedachte
Doel:
Je leert vandaag hoe de tekstsoort advertentie eruit ziet. 

Je leert vandaag wat een hoofdgedachte is en hoe je deze in een tekst kunt vinden. 

Slide 2 - Tekstslide

De advertentie
  1. Een advertentie is een vorm van reclame.
  2. Een advertentie heeft als doel: activeren. De maker wil dat de lezer iets gaat kopen of gebruiken. 
  3. Advertenties zijn opvallend en trekken de aandacht.
  4. In veel advertenties staat een slogan. Een korte en krachtige zin die hij het product past en de aandacht trekt. 


Slide 3 - Tekstslide

Wat wil de fietsenwinkel bereiken met deze advertentie?
A
Dat mensen een Sparte e-bike fiets gaan kopen.
B
Dat mensen een seizoensopruiming gaan doen.
C
Dat mensen informatie krijgen over de openingstijden van de winkel.
D
Dat mensen alleen de R5e c-Ready gaan kopen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat wil het WNF bereiken met deze advertentie?
A
Dat mensen naar de website gaan.
B
Dat mensen bewust zijn van stroperij.
C
Dat mensen olifanten gaan bekijken in de dierentuin
D
Dat mensen olifanten gaan stropen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat wil de kringloopwinkel bereiken met deze advertentie?
A
Dat mensen spullen gaan kopen bij de kringloop.
B
Dat mensen naar de feestdag van de kringloop komen.
C
Dat mensen een verjaardagskaartje sturen naar de kringloop.
D
Dat mensen een hamburger gaan eten.

Slide 6 - Quizvraag

Wat wil de politie bereiken met deze advertentie?
A
Dat mensen weten wat de politie voor werk doet.
B
Dat mensen naar de website kombijdepolitie.nl gaan
C
Dat mensen politieagenten heel erg stoer vinden
D
Dat mensen bij de politie komen werken

Slide 7 - Quizvraag

De hoofdgedachte
Elke tekst heeft een onderwerp (dat waar de tekst over gaat).
            Bijvoorbeeld: Kleding van koeienpoep, Playstation, Verzorging van kamerplanten, schoonmaaktips etc. 

Dat wat de schrijver over het onderwerp vertelt, noem je de hoofdgedachte

Slide 8 - Tekstslide

De hoofdgedachte
De hoofdgedachte is eigenlijk een soort mini-samenvatting.

De hoofdgedachte vind je aan het begin of aan het einde van een tekst. Je moet de tekst dus goed lezen. 

Elke tekst heeft een hoofdgedachte. 

Slide 9 - Tekstslide

De hoofdgedachte
Het onderwerp van de tekst staat ook altijd in de hoofdgedachte.

Je schrijft de hoofdgedachte altijd in een hele zin. 
De hoofdgedachte is nooit een vraag. 

Zie voorbeeld op blz. 31 van jullie boek. 

Slide 10 - Tekstslide

Elke tekst heeft een hoofdgedachte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De hoofdgedachte vind je aan het begin of aan het einde van een tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat een schrijver over het onderwerp vertelt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

De hoofdgedachte is een uitgebreide samenvatting van de tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De hoofdgedachte kan ook een vraag zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Het onderwerp van de tekst staat altijd in de hoofdgedachte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Ik snap de hoofdgedachte en kan nu de opdrachten maken. (0 is helemaal niet, 10 is juist wel)
010

Slide 17 - Poll

Aan de slag
Blz. 32, maak opdracht: 12, 13, 14

Klaar? Laat je werk bij mij controleren. 
 

Slide 18 - Tekstslide