Herhaling dichtheid

HERHALING dichtheid
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

HERHALING dichtheid

Slide 1 - Tekstslide

Zon
Mercurius
Venus
Aarde
Mars
Jupiter
Saturnus
Uranus
Neptunus

Slide 2 - Sleepvraag

Eenheid
Grootheid
meter
lengte
oppervlakte
inhoud
kracht
newton
energie
spanning
ampère
volt
liter
m3
dichtheid
massa
gram

Slide 3 - Sleepvraag

0,001
0,01
0,1
10
100
1000
1000000
deci
centi
kilo
mili
mega
deca
hecto

Slide 4 - Sleepvraag

Wat heeft de grootste dichtheid?
A
Bloedplasma
B
Witte bloed cellen
C
Rode bloedcellen
D
Dat kun je niet zeggen?

Slide 5 - Quizvraag

Sleep de  beschrijving naar het juiste woord
Drijven
Zweven
Zinken
De dichtheid van een voorwerp is kleiner dan de dichtheid van een vloeistof
De dichtheid van een voorwerp is groter dan de dichtheid van een vloeistof
De dichtheid van een voorwerp is even groot als de dichtheid van een vloeistof

Slide 6 - Sleepvraag

Rekenen met de formule: p = m : V
De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cm³. Hoeveel weegt een blokje van 5 cm³?
Gegevens:
Formule:
Berekening
Gevraagd:
Check:
m = 2,7 x 5
m = p x V
p = 2,7 g/cm³
m = 13,5 gram
V = 5 cm³
m in gram
V = m : p
m = p : V

Slide 7 - Sleepvraag

Rekenen met de formule: p = m : V
Een zilveren blokje van 2 cm³ weegt 23,4 gram. Wat is de dichtheid van zilver?
Gegevens:
Formule:
Berekening
Gevraagd:
Check:
p = 23,4 : 2
p = m : V
V = 2 cm³
p = 11,7 g/cm³
m = 23,4 g
p in g/cm³
p = 23,4 x 2
m = 2 cm³ 

Slide 8 - Sleepvraag

Rekenen met de formule: p = m : V
De dichtheid van ijzer is 7,8 g/cm³. Hoeveel weegt een blokje van 10 cm³?
Gegevens:
Formule:
Berekening
Gevraagd:
Check:
m = 7,8 x 10
m = p x V
p = 7,8 g/cm³
m = 78 gram
V = 10 cm³
m in gram
m = 10 cm³

m = p : V

Slide 9 - Sleepvraag

Rekenen met de formule: p = m : V
Een zilveren blokje van 3 cm³ weegt 35,1 gram. Wat is de dichtheid van zilver?
Gegevens:
Formule:
Berekening
Gevraagd:
Check:
p = 35,1 : 3
p = m : V
V = 3 cm³
p = 11,7 g/cm³
m = 35,1 g
p in g/cm³
p = 35,1 x 3
m = 3 cm³ 

Slide 10 - Sleepvraag

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 11 - Quizvraag

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk

Slide 12 - Quizvraag

De dichtheid van de zeep is ......... dan/als de dichtheid van water
A
groter
B
kleiner
C
gelijk
D
Kun je niet zeggen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de formule van dichtheid?
A
𝛒 = m ・ V
B
𝛒 = m/V
C
𝛒 = V/m
D
𝛒 = g/cm²

Slide 14 - Quizvraag


Je neemt van verschillende stoffen een                                       van 1 cm
3.
 
Je weegt elk blokje. Je merkt dan dat elk blokje een andere                                      heeft.
 
Dit heeft te maken met de                                        van de stof.
 

dichtheid
massa
volume

Slide 15 - Sleepvraag

Rekenen met de formule:  ρ = m : V
Een blokje metaal weegt 38,6 gram en heeft een volume van 2 cm³.

Wat is de dichtheid van het blokje?
Gegevens:
Formule:
Berekening
Gevraagd:
Check:
ρ = 38,6 : 2
ρ = m:V
m = 38,6 g
V = 2 cm³
ρ = 19,3 g/cm³
ρ in g/cm³
V = 38,6 g
ρ = 2 cm³

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe bepaal je de dichtheid van een stof?
dichtheid =
A
massa x volume
B
volume x massa
C
massa : volume
D
volume : massa

Slide 17 - Quizvraag

Als de dichtheid van een stof kleiner is dan de dichtheid van water, dan ...
A
zinkt de stof
B
drijft de stof
C
zweeft de stof
D
lost de stof op

Slide 18 - Quizvraag

Lengte  ➡️
Grootheid
Eenheid
dichtheid  ➡️
Inhoud  ➡️
tijd  ➡️
Druk  ➡️
kracht  ➡️
energie  ➡️
Sleep de eenheid bij de juiste grootheid
mL
g/cm3
N/m2
m
N
s
J

Slide 19 - Sleepvraag

De dichtheid van ijs is .... dan de dichtheid van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de dichtheid?
A
de massa van één vierkante centimeter van een stof
B
Een ander woord voor soortelijke massa
C
de massa gedeeld door het volume
D
Hoeveel gram één vierkante centimeter weegt.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 22 - Quizvraag

Dichtheid is een stofeigenschap.
Wat is de dichtheid van water?
A
0,5 g/cm3
B
0,7 g/cm3
C
1,0 g/cm3
D
1,3 g/cm3

Slide 23 - Quizvraag

wel een stofeigenschap
geen stofeigenschap
kleur
geur
smeltpunt
kookpunt
massa
volume
dichtheid
fase
temperatuur
oplosbaarheid in water
oplosbaarheid in olie

Slide 24 - Sleepvraag

Wat is dichtheid?
A
Eenheid van volume
B
Massa/Volume
C
Eenheid van Massa
D
Hoe makkelijk je er een deuk in slaat

Slide 25 - Quizvraag

Een gas met een lage dichtheid zweeft boven een gas met een hoge dichtheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

dichtheid = massa / volume
Als een stof uitzet, dan wordt de dichtheid:
A
Groter
B
Kleiner

Slide 27 - Quizvraag

Sleep naar het juiste vak
Goed
Fout
Dichtheid is een stofeigenschap
Massa is een stofeigenschap
Volume is een stofeigenschap
p = m / v
m = p * v
p = v / m
v = m / p
Een legering bestaat altijd uit drie metalen

Slide 28 - Sleepvraag