Herhalingsles proefwerk toetsweek mavo/havo

Welkom!

  • Doe je jas uit en tas van tafel
  • Ga rustig zitten en pak je boek, schrift en laptop erbij
  • Als je klaar bent schrijf je 3 dingen op in je schrift die je nog weet van de vorige les. 
  • Kan jij nog herinneren wat we de vorige les hebben behandeld? 
timer
1:30
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

  • Doe je jas uit en tas van tafel
  • Ga rustig zitten en pak je boek, schrift en laptop erbij
  • Als je klaar bent schrijf je 3 dingen op in je schrift die je nog weet van de vorige les. 
  • Kan jij nog herinneren wat we de vorige les hebben behandeld? 
timer
1:30

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsles

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je leren? 

1. Organismen
2. Groei en ontwikkeling
3. De mens  
4. voedsel maken
5. allemaal anders
6. Metamorfose
  • De dikgedrukte woorden
  • levenskenmerken   
  • levenscyclus en onderdelen van een boon 
  • levensfasen van een mens 
  • ontwikkelingen soorten
  • Samenvatting 
  • Fotosynthese
  • aanpassingen van dieren 

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je leren? 

Basisstof 1 tot 8  
  • De dikgedrukte woorden
  • levenskenmerken   
  • levenscyclus en onderdelen van een boon 
  • levensfasen van een mens 
  • ontwikkelingen soorten
  • Samenvatting 
  • Fotosynthese
  • aanpassingen van dieren 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van het leven?

  • Een organisme is een ander woord voor levend wezen.
  • Levenskenmerken of levensverschijnselen.
  • 7 levenskenmerken: ademhalen, voeden, uitscheiden, bewegen, groeien, voortplanten en waarnemen.








Slide 6 - Tekstslide

Levend, dood en levenloos
  • Een organisme dat levenskenmerken vertoont is levend.
  • Een organisme dat eerst levenskenmerken vertoonde, maar nu niet meer, is dood
  • Iets dat nooit levenskenmerken heeft vertoond noem je levenloos; het heeft nooit geleefd.


Slide 7 - Tekstslide

Groei en ontwikkeling
Groei: 
Het groter en zwaarder worden van een organisme
Alle organismen groeien!

Slide 8 - Tekstslide

Een zaad (bruine boon)

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkeling
Ontwikkeling: veranderingen in de bouw van een 
organisme, door ontwikkeling kunnen delen van 
het organisme hun functie beter vervullen.



Jonge dieren lijken vaak al veel op het volwassen dier

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkeling bij mensen
3 typen ontwikkeling:
  1. Lichamelijke ontwikkeling: veranderingen in je lichaam
  2. Motorische ontwikkeling: leren van bewegingen
  3. Geestelijke ontwikkeling: ontwikkeling van verstand, gevoelsleven en persoonlijkheid


Slide 11 - Tekstslide

Levensfasen mens

Slide 12 - Tekstslide

Metamorfose
Voordat een larve een volwassen dier wordt, vindt metamorfose (gedaanteverwisseling) plaats.

Tijdens de metamorfose verandert de lichaamsbouw en ook de levenswijze van het dier.

Slide 13 - Tekstslide

Metamorfose
Vlinders ondergaan ook een metamorfose

Levenscyclus bestaat uit vier stadia:
  1. Ei
  2. Larve
  3. Pop
  4. Imago

Slide 14 - Tekstslide

Levencyclus kikker
1. De "kikkers" in het kikkerdril groeien en ontwikkelen zich.

2. Kikkervis = uitwendige kieuwen voor zuurstof en pootloos.

3.Kikkervisjes worden groter en de metamorfose begint. ze krijgen achterpoten.  Uitwendige kieuwen worden inwendig.

4. Na 8 weken krijgen ze voorpoten en worden de inwendige kieuwen vervangen door longen.

5. Longen zijn ontwikkeld ze kunnen alleen ademen op het land. De staart wordt kleiner ook de tong is nu verder ontwikkeld.

6. Staart is weg en na 2 jaar is de kikker klaar om te paren. 
1.
2.
3.
4.
5.
6.

Slide 15 - Tekstslide

Allemaal anders
Leefomgeving
Planten op het land moeten zich beschermen tegen uitdroging

Slide 16 - Tekstslide

Planten verdedigen zich
Planten hebben aanpassingen om zich te verdedigen
  • Stekels
  • Brandharen
  • Cafeïne (verlamt insecten)

Slide 17 - Tekstslide

Allemaal anders
Leefomgeving
Dieren die in het water leven zijn hierop aangepast. 
Ze zijn allemaal gestroomlijnd.

Gestroomlijnd: Kop, middenstuk en staart zitten vast aan elkaar 

Slide 18 - Tekstslide

de snavels
  1. een snavel voor zaden/nootjes
  2. een snavel voor insecten
  3. een snavel voor vlees
  4. een snavel voor bodemdieren
  5. een snavel voor waterbeestjes

zoals je ziet is er veel aangepast aan de snavel

Slide 19 - Tekstslide

Toetsvragen maken
  1. Bedenk samen met degene naast je 3 toetsvragen met antwoorden
  2. Schrijf die op en steek je hand op als je klaar bent
  3. Ik kom dan langs op ze op te halen
  4. Als je klaar bent begin je alvast met het maken van de opdrachten van basisstof 1 tot 6 

Slide 20 - Tekstslide