G2 - Cours 34 | Leestekst Au camping + conversation

Bienvenue!

Mettez sur votre table:
> Cahier Taaldorp
> Texte 'Au camping'
> Réponses au texte
Aan het einde van deze les .....
  • ...kan ik een verhaal over iemands vakantie begrijpen.
  • ... weet ik hoe compleet mijn antwoorden op een leestekst moeten zijn.
  • ... kan ik een plek reserveren op de camping voor een auto en een caravan.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

Mettez sur votre table:
> Cahier Taaldorp
> Texte 'Au camping'
> Réponses au texte
Aan het einde van deze les .....
  • ...kan ik een verhaal over iemands vakantie begrijpen.
  • ... weet ik hoe compleet mijn antwoorden op een leestekst moeten zijn.
  • ... kan ik een plek reserveren op de camping voor een auto en een caravan.

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
  • Corrigez: au Camping [15 min]
  • Parlez: Au camping [15 min]
Les devoirs - het huiswerk
  • Vocabulaire: Hulpzinnen + Au camping / Grammaire: Passé Composé

Slide 2 - Tekstslide

Combien de mots
connaissez-vous?
(du texte 'Au camping')

Slide 3 - Woordweb

Corrigez ensemble
  • Bespreek in groepjes van 3 de antwoorden van de leestekst.
    > Had je wat anders? Vertel waarom je dat dacht.
  • Tijd: +/- 3 minuten
  • Na afloop klassikaal wat antwoorden eruit halen. 


Leestekst + vragen (klik hier)

Slide 4 - Tekstslide

pendant
bagages
nécessaire
kilomètres
intensité
dépanneuse
dangereusement

Slide 5 - Tekstslide

parviennent

emplacement
vacances

Slide 6 - Tekstslide

Les 3 questions
Omdat het opeens veel drukker werd met verkeer én er was een vrachtwagen met pech.
Twee grote tassen, de tent en alle nodige spullen
(voor het kamperen)

Slide 7 - Tekstslide

Parlez: Au camping
Parlez 'Au camping' p. 11-12
  • plek voor 1 auto en 1 caravan.
  • plek in de schaduw, dichtbij het zwembad
  • 2 muntjes voor de wasmachine
  • 2 stokbroden & 2 chocolade broodjes.
Prononciation:
  • -er / -ez / -é = uitspreken als "ee" [voorbeeld: réserver]
  • -e = niet uitspreken [voorbeeld: je préfère ]

Slide 8 - Tekstslide

Les devoirs
  • Vocabulaire:
    > Hulpzinnen Taaldorp, p.2
    > Au camping p. 13-14
  • Grammaire
    > Passé Composé (tekstboek paragraaf 22A+23, p.123-124)

>>>pendant le cours: Oefen SO! Minimaal 70% goed.

Slide 9 - Tekstslide

Contenu d'épreuve
  • 50% leestoets
  • 50% Taaldorp (NL>FR / FR>NL)
Hulpzinnen, p.2
Au camping, p.13-14
Au marché, p.18-19
Au restaurant, p.23-24



Slide 10 - Tekstslide