Bestudeer in NN Literatuur: blz. 44/45 Maak van blz. 44/45: vraag 1 t/m 11
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Huiswerk vandaag:
Bestudeer: blz. 3 t/m 7 van de begrippenlijst
Bestudeer in NN Literatuur: blz. 44/45 Maak van blz. 44/45: vraag 1 t/m 11
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Ik vind poëzie ...
😒🙁😐🙂😃
Slide 6 - Poll
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
strofebouw
Slide 18 - Woordweb
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Neem blz. 44 voor je
Slide 22 - Tekstslide
Vraag 2: Wie is de aangesproken je?
Slide 23 - Open vraag
De aangesprokene lijkt een geliefde te zijn (‘kust’, ‘omhelst’, ‘verlangt’), maar zou ook een ouder kunnen zijn.
Slide 24 - Tekstslide
Vraag 3: een neologisme:
Wat betekent 'ontbangt'?:
Slide 25 - Tekstslide
Blz. 44: vraag 3:
‘Je ontbangt me’ betekent zoiets als: je neemt mijn angst weg; je zorgt ervoor dat ik niet (meer) bang ben.
Tip
Het voorvoegsel -ont betekent: iets ongedaan maken.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Vraag 4:
‘Ontbangt’ is hier een beter woord, omdat het kort en krachtig is. Het alternatief is een langere zin die niet past in deze tekst, die uit allemaal heel korte zinnetjes bestaat.
Slide 28 - Tekstslide
Ga naar blz. 46
en probeer vraag 13 t/m 16 te maken
timer
5:00
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Vraag 13:
Hij zegt iets tegen haar (‘mijn zelfgemaakt verdrietje’ en ‘mijn miniatuurmensje’) en hij legt zijn hand op haar hete voorhoofdje.
Slide 31 - Tekstslide
Wordt de ik-persoon geholpen of het zieke dochtertje?
de ik-persoon
het dochtertje
Slide 32 - Poll
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Vraag 16: Hoe helpt poëzie?
A
Het eerste bolletje
B
Het tweede bolletje
C
Het derde bolletje
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
* Het huiswerk voor dinsdag verschijnt op Magister