Les 2 over poëzie op donderdag 21 januari 2021

Huiswerk vandaag:
Bestudeer: blz. 3 t/m 7 van de begrippenlijst
Bestudeer in NN Literatuur: blz. 44/45
Maak van blz. 44/45: vraag 1 t/m 11
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk vandaag:
Bestudeer: blz. 3 t/m 7 van de begrippenlijst
Bestudeer in NN Literatuur: blz. 44/45
Maak van blz. 44/45: vraag 1 t/m 11

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Ik vind poëzie ...
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

strofebouw

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Neem blz. 44 voor je

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 2: Wie is de aangesproken je?

Slide 23 - Open vraag

De aangesprokene lijkt een geliefde te zijn (‘kust’, ‘omhelst’, ‘verlangt’), maar zou ook een ouder kunnen zijn. 

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 3: een neologisme:
Wat betekent 'ontbangt'?:

Slide 25 - Tekstslide

Blz. 44: vraag 3:
‘Je ontbangt me’ betekent zoiets als: je neemt mijn angst weg; je zorgt ervoor dat ik niet (meer) bang ben.

 
Tip
Het voorvoegsel -ont betekent: iets ongedaan maken.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 4:
‘Ontbangt’ is hier een beter woord, omdat het kort en krachtig is. Het alternatief is een langere zin die niet past in deze tekst, die uit allemaal heel korte zinnetjes bestaat. 

Slide 28 - Tekstslide

Ga naar blz. 46

en probeer vraag 13 t/m 16 te maken
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Vraag 13:
Hij zegt iets tegen haar (‘mijn zelfgemaakt verdrietje’ en ‘mijn miniatuurmensje’) en hij legt zijn hand op haar hete voorhoofdje.

Slide 31 - Tekstslide

Wordt de ik-persoon geholpen of het zieke dochtertje?
de ik-persoon
het dochtertje

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Vraag 16: Hoe helpt poëzie?
A
Het eerste bolletje
B
Het tweede bolletje
C
Het derde bolletje

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

* Het huiswerk voor dinsdag verschijnt op Magister
* Als je nog vragen hebt, blijf je even 'hangen'

Slide 37 - Tekstslide