poëzie-analyse

Periode 2
- V5-NE-T13: recensie gedichten 50 minuten,  weging 20, 10
- V5-NE-T14: poëzie-analyse 50 minuten,  weging 10, 10
(T13 en T14 is een combinatietoets!) (tw), dus in totaal een toets van 100 minuten

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Periode 2
- V5-NE-T13: recensie gedichten 50 minuten,  weging 20, 10
- V5-NE-T14: poëzie-analyse 50 minuten,  weging 10, 10
(T13 en T14 is een combinatietoets!) (tw), dus in totaal een toets van 100 minuten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

poëzie is als je hart opent met een zilveren sleuteltje dat ook op een fietsslot past

Nico Scheepmaker

Slide 3 - Tekstslide

analyse
1. Parafrase: weergeven van de inhoud
2. versleer: bestuderen van bijzondere taalkenmerken
3. interpretatie: de betekenis (valt soms samen met de parafrase)

Slide 4 - Tekstslide

poëzie

Slide 5 - Woordweb

Vier kenmerken van poëzie
1. een gedicht heeft een eigen uiterlijke vorm 

2. in een gedicht spelen (rijm)klanken, maat en/of ritme een rol 

3. een gedicht heeft een of meer versregels met een speciale (soms ongrammaticale) zinsbouw 

4. in een gedicht wordt gespeeld met betekenissen van woorden

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken poëzie
Een gedicht vertoont minstens één van de vier kenmerken (in een gedicht hoeven dus niet alle vier de kenmerken gelijktijdig aanwezig te zijn; een gedicht waarin bijv. geen rijm of metrum voorkomt kan best nog altijd een goed gedicht zijn!): 

Slide 7 - Tekstslide

 Poëzie: vorm én inhoud

Bij poëzie gaat het zowel om de inhoud als om de vorm.
 
Vaak is er een relatie tussen vorm en inhoud
en brengt de vorm je dichter bij de inhoud. 

Slide 8 - Tekstslide

Vorm

rijm en metrum
typografie
zinsbouw en stijlfiguren
strofenbouw en versvormen.

Slide 9 - Tekstslide

- traditionele of klassieke poëzie: vormkenmerken zoals strofebouw en rijm
- vrije of modernistische poëzie: weinig formele regels

Slide 10 - Tekstslide

Bladspiegel
Proza: de regellengte wordt bepaald door de bladzijde
Poëzie: de regellengte wordt bepaald door de auteur

Slide 11 - Tekstslide

Zijn songteksten poëzie?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

nakijken huiswerk
vraag 1 t/m 11, blz 44-45

Slide 14 - Tekstslide

vraag 1
De relatie is intiem (kust me, sust me, omhelst me, verlangt me) en gebaseerd op vertrouwen (vangt me, vertrouwt me).
De ik-persoon voelt zich veilig bij de ander (redt me, vangt me, ontbangt me; weerhoudt me van bozige dromen).
Voor de ik-persoon is de aangesprokene heel belangrijk (je ademt en leeft me). De ander stelt de ik-persoon gerust en ziet de ik-persoon zoals ze is (gelooft me, vertrouwt me, beschouwt me als mens).
Toch zitten er ook scherpe kantjes aan deze relatie; de ik-persoon voelt zich niet helemaal vrij bij de ander (verstoort me, verstikt me).
Tip
Kijk goed naar de werkwoorden in tekst 1. Wat kun je daaruit opmaken?

Slide 15 - Tekstslide

2. Wie is de aangesproken 'je'? Waarom denk je dat?

Slide 16 - Open vraag

3. Wat betekent 'ontbangt'?

Slide 17 - Open vraag

vraag 4
Ontbangt’ is hier een beter woord, omdat het kort en krachtig is. Het alternatief is een langere zin die niet past in deze tekst, die uit allemaal heel korte zinnetjes bestaat.
Tip
Probeer een of meerdere woorden in te vullen op de plaats van ‘ontbangt’. Waarom wordt de tekst daar slechter door?

Slide 18 - Tekstslide

vraag 5
‘Je ademt, je leeft me’ kun je lezen als: je brengt me tot leven, door jou leef ik.
Tip
Waaraan denk je bij ‘ademen’ en ‘leven’?

Slide 19 - Tekstslide

vraag 6 
Woordgroepen die geen gewoon Nederlands zijn:
• (je) gerust me
• (je) verlangt me
• (je) siddert en beeft me
Toelichting
• ‘(Je) gerust me’ is in correct Nederlands: je stelt me gerust.
• ‘(Je) verlangt me’ is in correct Nederlands: je verlangt naar me, of: je verlangt van me (dat ik iets doe).
• ‘(Je) siddert en beeft me’ is in correct Nederlands: je doet iets dat mij aan het sidderen en beven brengt.


Slide 20 - Tekstslide

7. Wat vind je van het taalgebruik? Leg uit.

Slide 21 - Open vraag

8. Wat zijn 'eenzame dagen van eindig geluk?

Slide 22 - Open vraag

vraag 9
• Ze zijn ontroerd door hoe Maaike Ouboter het liedje zingt.
• Ze zijn ontroerd door de tekst, die gaat over iemand intens missen.

Slide 23 - Tekstslide

vraag 10
Ja, waarschijnlijk wel. Het is niet alleen de melodie die mensen raakt, maar ook de tekst.
Tip
Stel je voor dat je Maaike Ouboter wel hoort en ziet zingen, maar geen woord van de tekst verstaat.

Slide 24 - Tekstslide

Wat vind je van deze tekst?

Slide 25 - Open vraag

versregels
- Alle woorden op één regel heet een versregel.
- Versregels zijn vaak gegroepeerd in strofen
- Distichon: strofe van twee regels
- Terzine of terzet: strofe van drie regels
- Kwatrijn of kwartet: strofe van vier regels (kwatrijn is ook de naam voor een vier-regeling gedichtje).
- Sextet: strofe van zes regels, kan bestaan uit twee terzinen of drie disticha, maar ook uit een kwartet en een disticha.
- Octet of octaaf: strofe van acht regels, kan bestaan uit vier disticha of twee kwatrijnen.

Slide 26 - Tekstslide