Qui, quae, quod



die, die, dat
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



die, die, dat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Oefen met de rijtjes

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de naamval van cui
A
nom
B
gen
C
dat
D
abl

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de naamval van quae
A
nom/acc
B
nom/gen
C
gen/dat
D
gen/acc

Slide 6 - Quizvraag

Wat is acc, ev, onz?
A
quem
B
quam
C
quod
D
quorum

Slide 7 - Quizvraag

wat is gen, mv, v?
A
quarum
B
quorum
C
quae
D
quam

Slide 8 - Quizvraag

Hoe vertaal je cuius?
A
die
B
van wie
C
aan wie
D
wiens

Slide 9 - Quizvraag

Hoe vertaal je cui?
A
die
B
aan wie
C
wiens
D
waaraan

Slide 10 - Quizvraag

De man, die ik zie, is sterk.

De man, aan wie ik een boek heb gegeven, is slim.

De man, met wie ik samen sport, is snel.
Plaats de juiste vorm op de juiste plek:
qui
cuius
cui
quem
quo

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is de juiste vorm:
Dominus, (van wie) servus est, pervenit
A
qui
B
cuius
C
cui
D
quo

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm:
Femina, (die) video, pervenit.
A
qui
B
quam
C
quae
D
quod

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Dat was de laatste vraag
Nu de rijtjes stampen om te herkennen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide