Quiz verleden tijd

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare school

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke beschrijving hoort bij de imperfecto?
A
Vertellen welke baan je nu hebt.
B
Zeggen welk baantje je onlangs hebt gehad.
C
Zeggen welke baantjes je in het verleden hebt gehad.
D
Beschrijving van wat je deed voor werk.

Slide 2 - Quizvraag

Deze tijd wordt gebruikt om acties / gebeurtenissen op 1 bepaald moment in het verleden weer te geven.
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 3 - Quizvraag

Begin en eind van de handeling of gebeurtenis zijn bekend
timer
0:15
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 4 - Quizvraag

Als je vertelt hoe je er vroeger uit zag, wat je karakter was, wat je leuk vond om te doen, waar je woonde, hoeveel vriendjes je had dan gebruik je de ....
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 5 - Quizvraag

Staat deze zin in de imperfecto?

Ayer fui a la escuela
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Zet het w.w. in de juiste vorm van de IMPERFECTO.
Antes yo no (hablar) español.
A
hablé
B
hablaba
C
hablaste
D
hablabais

Slide 7 - Quizvraag

Completa la frase en Imperfecto: Antes mi padre (llevar) gafas.
A
llevabas
B
llevía
C
llevaba
D
lleva

Slide 8 - Quizvraag

imperfecto: (vosotros) estar
A
estabais
B
estabieron

Slide 9 - Quizvraag

Mi hermano .......... (dormir, pret. imperfecto) durante muchas horas.
A
dormaba
B
dormia
C
dormía
D
dormeba

Slide 10 - Quizvraag

Cenar - indefinido - yo
A
cená
B
cenaste
C
cené
D
cenamos

Slide 11 - Quizvraag

imperfecto: (ella) trabajar
A
trabajaba
B
trabajaste

Slide 12 - Quizvraag

indefinido of indefinido
Antes tus amigos y tú ...................... (estar) en Madrid.
A
estabas
B
estuviste
C
estabais
D
estuvisteis

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de indefinido?
A
anoche
B
esta noche
C
ya
D
todavía no

Slide 14 - Quizvraag

Vervoeg in de indefinido
nosotros (hablar)
A
hablé
B
hablemos
C
hablamos
D
habléis

Slide 15 - Quizvraag

Imperfecto:
Mis abuelos no (ver)_____mucho la tele.
A
ven
B
veían
C
vieron
D
visto

Slide 16 - Quizvraag

Él (trouwen) en 2012. Indefinido
A
se casa
B
casó
C
se casaron
D
se casó

Slide 17 - Quizvraag

Welke drie werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto
timer
0:20
A
ser, estar en ir
B
ser, ver en ir
C
ir, ver en estar
D
tener, ser en ver

Slide 18 - Quizvraag

ik vind de indefinido en de imperfecto....
A
moeilijk
B
makkelijk

Slide 19 - Quizvraag