2KGT All Right woordjes 3.2, 3.3, 3.4, 3.5
Translate into Dutch:
to explain
to explain
1 / 16
Onderdelen in deze les
Translate into Dutch:
to explain
to explain
Slide 1 - Open vraag
Translate into Dutch:
drawing (noun / zelfstandig naamwoord)
drawing (noun / zelfstandig naamwoord)
Slide 2 - Open vraag
Translate into Dutch:
preparation
preparation
Slide 3 - Open vraag
Translate into Dutch:
vivid
vivid
Slide 4 - Open vraag
Translate into Dutch:
dull
dull
Slide 5 - Open vraag
Translate into English:
stip
stip
Slide 6 - Open vraag
Translate into English:
kunst
kunst
Slide 7 - Open vraag
Translate into English:
ontwerp
ontwerp
Slide 8 - Open vraag
Translate into English:
vertellen
vertellen
Slide 9 - Open vraag
Translate into English:
schilderen
schilderen
Slide 10 - Open vraag
Translate into Dutch: abandoned
A
roestig
B
verlaten
C
in slechte staat
D
vernield
Slide 11 - Quizvraag
Translate into Dutch: to improve
A
verbeteren
B
slopen
C
uitdrukken
D
vervuilen
Slide 12 - Quizvraag
Translate into English: leeg
A
alley
B
facilities
C
covered
D
empty
Slide 13 - Quizvraag
Translate into Dutch: in stock
A
exemplaar
B
op voorraad
C
noodzakelijk
D
(af)leveren
Slide 14 - Quizvraag
Translate into Dutch: brand
A
merk
B
vuur
C
tweedehands
D
klant
Slide 15 - Quizvraag
Translate into English: beschikbaar
A
expensive
B
available
C
customer
D
order
