6.4 biologisch evenwicht

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

6.4 biologisch evenwicht

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen 

Slide 3 - Tekstslide

Welke stoffen heb je nodig voor fotosynthese?

Slide 4 - Open vraag

Leg uit wat stofwisseling is:

Slide 5 - Open vraag

Geef een voorbeeld van energierijke stoffen:

Slide 6 - Open vraag

Door wie wordt de bladluis gegeten?

Slide 7 - Open vraag

Hoe noemen we het blad?
A
producent
B
consument
C
reducent
D
afvaleter

Slide 8 - Quizvraag

Een planteneter is altijd een consument van de 1e orde.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Hoe komt koolstof in dieren?

Slide 10 - Open vraag

Wat doen planten met koolstof?

Slide 11 - Open vraag

Leerdoelen 
6.4.1 Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
6.4.2 Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
6.4.3 Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren.

Slide 12 - Tekstslide

Invloed uit de omgeving
- Alle organismen worden beïnvloed door hun omgeving.
- Andersom beïnvloeden organismen ook hun omgeving.
- Organismen en hun omgeving hebben dus invloed op elkaar. We zeggen daarom dat ze een relatie met elkaar hebben. 
- In de ecologie bestuderen biologen alle relaties tussen organismen en hun omgeving.

Slide 13 - Tekstslide

Biotische en abiotische factoren

Slide 14 - Tekstslide

Individu, populatie en ecosysteem
- Een enkel organisme is een individu.
- Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied noem je een populatie.
- Verschillende populaties kunnen elkaar beïnvloeden.
- Alle populaties in een bepaald gebied noemen we een levensgemeenschap 
- Alle abiotische factoren en populaties in een bepaald gebied vormen samen een ecosysteem, bijv. een bos. 



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Populatiegrootte
- In een gebied schommelt de grootte van een populatie. 
- Dit komt door biotische en abiotische factoren.
- De toestand waarin de grootte van elke populatie in een ecosysteem schommelt noemen we biologisch evenwicht

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Optimumkromme 
Diagram dat voor een abiotische factor de minimale, de optimale en de maximale waarde van een soort laat zien.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Maken
blz. 95
opdr. 1 t/m 7
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Terugblikken

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn biotische factoren? Geef er een voorbeeld van.

Slide 24 - Open vraag

Wat zijn abiotische factoren? Geef er een voorbeeld van.

Slide 25 - Open vraag

Wat is een populatie?

Slide 26 - Open vraag

Leg uit wat een tolerantiegebied in een optimumkromme is?

Slide 27 - Open vraag

Zijn de doelen behaald?
6.4.1 Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
6.4.2 Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
6.4.3 Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren.

Slide 28 - Tekstslide