5. De debatleider geeft nu een tegenstander de beurt, die vertelt waarom zijn groepje tegen is.
Voor- of tegenstanders die iets willen zeggen gaan staan. De debatleider kiest wie de beurt krijgt.
6. De debatleider houdt de tijd bij en zorgt ervoor dat beide partijen even vaak aan het woord komen.
7. Na een kwartier rond de debatleider het debat af. Hij geeft beide partijen nog een laatste beurt.
8. De debatleiders bespreken wie de beste argumenten had, wie het best reageerde op de anderen wie het meest overtuigde. Dat is de winnaar.